kruis erdoor" herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer
NL
u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden
ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de locale
autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging
van hun oude apparaat.
Het milieu sparen en respecteren
• Plaats het apparaat in een koele, goed geventileerde ruimte,
behoedt het voor directe zonnestralen, plaats het niet dichtbij
een warmtebron.
• Laat de deur, wanneer u etenswaren in de koel- of diepvrieskast
zet of eruit haalt, zo kort mogelijk openstaan.
Elke keer dat de deur opengaat ontstaat een aanzienlijk
energieverlies.
• Vul het apparaat niet met teveel etenswaren: voor een optimale
conservering moet de koude luchtstroom vrijuit kunnen
circuleren. Als u de circulatie belemmert, zal de compressor
constant blijven werken.
• Zet geen warme levensmiddelen in het apparaat: deze zouden
de binnentemperatuur verhogen waardoor de compressor
harder werkt en er een groter elektrisch verbruik ontstaat.
• Ontdooi het apparaat als er ijsvorming plaatsvindt (zie
Onderhoud); een dikke laag ijs vertraagt de koudeoverdracht
naar de levensmiddelen en verhoogt het energieverbruik.
Storingen en oplossingen
Het zou kunnen gebeuren dat het apparaat niet functioneert.
Voordat u de Servicedienst belt (zie Service), moet u controleren
dat het geen probleem is dat u kunt oplossen met behulp van
volgende lijst.
Het lampje van de binnenverlichting gaat niet aan.
• De stekker zit niet in het stopcontact, of niet voldoende om
contact te maken. Wellicht zit het hele huis zonder stroom.
De koelkast en de diepvrieskast zijn niet koud genoeg.
• De deuren sluiten niet goed of de afdichtingen zijn versleten.
• De deuren worden vaak geopend.
• De knop van de TEMPERATUURREGELING staat niet op de
goede stand
• De koelkast of de diepvrieskast zijn overmatig gevuld.
• De temperatuur van het vertrek waar het apparaat zich bevindt
is lager dan 14°C.
In de koelkast bevriezen de etenswaren.
• De knop van de TEMPERATUURREGELING staat niet op de
goede stand
• De levensmiddelen staan in contact met de achterwand.
De ventilator AIR draait niet.
• De deur van de koelkast staat open
• Het AIR systeem wordt alleen dan automatisch geactiveerd als
het noodzakelijk is de optimale condities aan de binnenkant
van het koelgedeelte terug te brengen.
De motor blijft doorlopend draaien
• De deur is niet goed dicht of wordt constant geopend.
• De buitentemperatuur is erg hoog.
• De ijslaag is meer dan 2-3 mm dik (zie Onderhoud).
Het apparaat maakt veel lawaai.
• Het apparaat staat niet waterpas (zie Installatie).
• Het apparaat staat tussen meubels of objecten die trillen of
geluid maken.
• Het verkoelingsgas maakt een licht geluid ook wanneer de
compressor stil staat: dit is normaal, het is geen storing.
30
Enkele delen aan de buitenkant van de koelkast zijn zeer
warm.
• De hoge temperaturen zijn noodzakelijk om het vormen van
condens te voorkomen in bepaalde gedeeltes van het product
Op de achterwand van het koelgedeelte bevindt zich ijs of
waterdruppels.
• Dit is de normale werking van het product.
Op de bodem van de koelkast ligt water.
• De afvoeropening voor het water is verstopt (zie Onderhoud).