4. Installeren van de koelstofleidingen
1
E
B
25
Fig. 4-3
2
F
G
30
37
74
Fig. 4-4
3
J
M
Fig. 4-5
Gaspijp
Thermisch isolatiemateriaal
voor vloeistofpijp
isolatiemateriaal voor
Fig. 4-6
5. Installatie van Draineerbuizen (Fig. 5-1)
Afvoerpijp op lokatie
Afvoersok
Fig. 5-1
C
D
D
55
B
120
1110
183
C
B
H
I
39
98
32
37
74
340
L
Vloeistofpijp
Band (groot) 4
Isolatiemateriaal 3
Band (klein) 4
Band (klein) 4
Thermisch
koelpijpen
Vloeistofpijp
Afvoerpijp van het apparaat
Breng zelfklevende
PVC-tape aan
Vilttape 5
Afvoerpijp
Gaspijp
4.3. Plaats van de koelstof- en afvoerpijpen
1 Plaats van de koelstof- en afvoerpijpen (Fig. 4-3)
2 Bepaal de plaats van de doordrukopeningen op het apparaat (Fig. 4-4)
• Maak de doordrukopeningen met behulp van een zaag of een geschikt mes.
Voorzichtig:
A
Het zijpaneel moet worden verwijderd voordat u er een doordrukopening in
111
maakt. Als u een gat maakt terwijl het zijpaneel niet is verwijderd, kan de koel-
stofpijp in het apparaat beschadigd worden.
3 L-aansluitpijp (voor gaspijp) (Fig. 4-5)
A 107 mm (60, 71), 102 mm (100)
B Afvoerslang
C Vloeistofpijp
D Gaspijp
E Afvoerslang in linkerpijp
F Doordrukopeningen op het apparaat zelf
G Voor de pijpen aan de linkerkant
30
K
J
4.4. De koelstofpijpen aansluiten (Fig. 4-6)
1) Binnenapparaat
Voorzichtig:
Voordat u de pijpen rechts, onder, links en linksachter aansluit, moet u de mee-
geleverde L-aansluitpijp B aansluiten op de aanwezige pijpleiding.
Tape
• Het verloop van de afvoerpijpen moet 1/100 of meer zijn.
• Gebruik PVC pijpen, VP-20 (PVC-pijp, O.D. ø26) voor de afvoerpijpen.
• Afvoerpijpen kunnen met een mes op het aansluitpunt worden doorgesneden als
de plaats van installatie dit nodig maakt.
• Bij het installeren van de VP-20 dient u plakband om de meegeleverde aftapbus te
plakken.
• Om te voorkomen dat er condensvocht druppelt, dient u viltband 5 over het isolatie-
materiaal om de koelstof- en afvoerpijpen in het apparaat te wikkelen, zoals op het
schema is aangegeven.
Vloeistofpijp
Voorzichtig:
Voor een juiste afvoer moet de afvoerpijp worden geïnstalleerd volgens de
voorschriften van deze installatiehandleiding. De afvoerpijpen moeten
thermisch geïsoleerd worden om condensatie te voorkomen. Als de afvoer-
pijpen niet goed geïnstalleerd en geïsoleerd zijn, kan condensvocht op het
plafond, de vloer of andere eigendommen druppelen.
H Voor de pijpen aan de onderkant
I Voor de pijpen aan de rechterkant
J L-aansluitpijp (optie)
K Zijde van het apparaat
L Zijde van de aanwezige pijpleiding
M Pijp
45