Bediening
Voor het eerste gebruik
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt,
dient u als volgt te werk te gaan:
Het apparaat en de toebehoren grondig schoonmaken.
Inschakelen
Er zijn drie ventilatiestanden en een intensiefstand
beschikbaar voor de luchtafzuiging.
1
Open de ventilatiekleppen.
Aanwijzing: Om ervoor te zorgen dat de ventilator
inschakelt, moet er minimaal één ventilatieklep
geopend zijn.
2
Druk de bedieningsknop in en draai hem naar
rechts in de gewenste ventilatiestand.
De lichtring achter de bedieningsknop is aan.
Intensiefstand
De intensiefstand loopt zes minuten in combinatie met
AA 490 111 (tien minuten in combinatie met
AA 490 110). Na afloop hiervan gaat de ventilatie
automatisch terug naar ventilatiestand 3.
De lichtring achter de bedieningsknop knippert zolang
deze knop na afloop van de intensiefstand nog in de
Ž
positie Intensiefstand
één ventilatie-element open is.
Uitschakelen
1
Draai de bedieningsknop in de stand 0.
2
Sluit de ventilatiekleppen.
20
staat en er minstens
Naloop-functie
Ideaal voor het naventileren van de keukenzone. De
naloopfunctie is alleen in stand 2 mogelijk.
1
Open de ventilatiekleppen.
Aanwijzing: Om ervoor te zorgen dat de ventilator
inschakelt, moet er minimaal één ventilatieklep
geopend zijn.
2
Druk de bedieningsknop in en draai hem naar links
in de naloopfunctie
De lichtring achter de bedieningsknop knippert.
De nalooptijd bedraagt zes minuten in combinatie met
Ž
AA 490 111 (tien minuten in combinatie met
AA 490 110).
Na afloop van de nalooptijd schakelt de ventilatie
automatisch uit.
ž