Tabel n. 4: Diameters aangeraden kookpannen.
BRANDER
Hulpbrander
Semi-snelle brander
Snelle brander
Dubbele kroon brander
LET OP: gebruik steeds pannen met een vlakke bodem.
LET OP: Bij onderbreking van de elektrische netstroom, steek de branders aan met een lucifer.
De ontsteking van branders voorzien van een veiligheidsthermokoppel kan alleen geschieden wanneer de knop
op de MAXIMUM positie staat (grote vlam). Tijdens het koken van gerechten met olie en vetten, die makkelijk
ontvlambaar zijn, moet de kok bij het apparaat blijven. Gebruik nooit spray in de nabijheid van het apparaat
wanneer deze in werking is.
Tijdens het gebruik van de branders zorg dat de handvatten van de kookpannen op een correcte wijze zijn
geplaatst. Zorg dat kinderen niet bij het apparaat komen.
Indien het inbouwkookvlak voorzien is van een deksel, zorg dat het vlak goed schoon gemaakt wordt en resten
van gerechten verwijderd worden alvorens de deksel te sluiten.
NOTA's: Het gebruik van een gaskooktoestel veroorzaakt warmte en vochtigheid in het lokaal waar het
geïnstalleerd is.
Het is dus noodzakelijk dat het lokaal goed geventileerd wordt, dat de openingen voor een natuurlijke ventilatie
niet verstopt raken (fig. 4) en dat de mechanische ventilatieinrichting/opzuikap of de elektroventilator
geactiveerd zijn (fig. 5A en 5B).
Een intensief en voortdurend gebruik van het apparaat kan een aanvullende ventilatie nodig maken, bv. het
openen van een raam of een meer efficiënte ventilatie door vermeerdering van het vermogen van de
mechanische opzuiginrichting indien deze bestaat.
De elektrische of combi-fornuizen zijn met twee typen kookplaten uitgerust:
NORMALE KOOKPLATEN
SNELKOOKPLATEN (aangeduid met een rood cirkeltje in het midden van de plaat)
Elektrische kookplaten en snelkookplaten:
Deze platen worden bediend door een schakelaar met 6 standen (Fig. 20A-20B); de platen kunnen worden ingeschakeld
door de bedieningsknop op de gewenste stand te draaien. Op het bedieningspaneel van het apparaat staat gedrukt met
welke plaat de bedieningsknop verbonden is. Een rood controlelampje, dat zich ook op het bedieningspaneel bevindt,
geeft aan dat de plaat ingeschakeld is.
Hoe wordt de elektrische kookplaat gebruikt:
Als een plaat voor de eerste keer gebruikt wordt, of nadat het een lange periode buiten werking is geweest, wordt
aangeraden om het ongeveer 30 minuten op stand 1 te laten functioneren, om eventueel opgenomen vochtigheid van het
interne isolatiemateriaal te laten verdampen.
Ter indicatie, geven we in een tabel de benodigde instellingen voor een optimaal gebruik van de elektrische platen weer.
TABEL 5.
LET OP: Bij de eerste inschakeling of indien de plaat voor een lange tijd ongebruikt is gebleven, is het
noodzakelijk om de eventuele door het binnenste isolatiemateriaal geabsorbeerde vochtigheid te verwijderen, de
plaat in te schakelen voor 30 minuten op positie 1 van de omschakelaar.
Tipjes voor een correct gebruik:
- Droog de bodem van de kookpannen alvorens deze op de plaat te zetten
- Gebruik steeds kookpannen met een vlakke bodem en een grote dikte (zie fig. 21)
- Gebruik nooit kookpannen die kleiner zijn dan de kookplaat
- Schakel de elektrische stroom in na de kookpannen op de plaat gezet te hebben
- Na het gebruik, voor een goed behoud, behandel de kookplaten met de normale producten voor elektrische
kookplaten die op de markt te vinden zijn zodat de oppervlakten steeds goed schoon blijven; deze handeling
voorkomt een eventuele oxydatie (roest).
- Ook na het gebruik blijven de kookplaten warm voor een lange tijd, raak ze dus niet aan met de handen of met
andere voorwerpen om brandwonden te voorkomen.
- Tijdens het functioneren van de kookplaten, zorg dat de handvatten van de kookpannen op een correcte wijze
zijn geplaatst. Houd kinderen ver weg van het apparaat.
- Tijdens het koken van gerechten met olie en vetten, die makkelijk ontvlambaar zijn, moet de kok bij het
apparaat blijven.
WAARSCHUWING: zodra een barst op de oppervlakte van de kookplaten te merken is, trek de stekker
onmiddelijk uit het
DIAMETERS aangeraden KOOKPANNEN (cm)
GEBRUIK VAN DE ELEKTRISCHE PLATEN
stopcontact.
12 – 14
14 – 26
18 – 26
22 – 26
20