INGEBRUIKNAME
•
Verwijder al het verpakkingsmateriaal (inclusief het antivibratie-object van de lamp) en
controleer het apparaat, de voedingskabel en de stekker op tekenen van beschadiging.
•
Let op de montageplaats en al het montagemateriaal (pluggen, schroeven). Zorg ervoor dat
ze geschikt en stabiel genoeg zijn om het apparaat te monteren en duurzaam vast te houden.
•
Voor de montage moeten de minimale veilige montageafstanden en hellingshoeken zoals
aangegeven in de afbeeldingen strikt worden opgevolgd.
•
De afstand tussen de onderkant van het toestel en de vloer moet minimaal 1,8 M. zijn.
Zie figuur 2.
•
Er moet een afstand van minimaal 0,25 M zijn tussen het toestel en de plafonds, daken of
andere afdekkingen. Zie figuur 2.
•
Er moet aan elke kant een afstand van minimaal 0,5 M zijn tussen het toestel en muren of iets
dergelijks. Zie figuur 2.
• Aanbevolen graad tot montageoppervlak is 45 °. Zie figuur 3.
•
Let erop dat de installatie van het toestel geen overmatige windbelasting mag veroorzaken.
•
Bevestig eerst de montagebeugel aan het plafond. Zorg ervoor dat de te installeren plaats
veilig en stevig is. Of sluit het apparaat aan op de standaard.
•
Pas de gewenste stralingshoek aan en draai alle schroeven vast. Controleer regelmatig
de aansluiting van de schroef. Mechanische lagerdruk en trillingen als gevolg van wind of
regen kunnen losraken.
•
Steek de stekker in het stopcontact en bedien de afstandsbediening. Kijk vervolgens of het
apparaat gedurende de eerste 10-15 minuten probleemloos werkt.
•
Als u het toestel niet gebruikt, verwijder dan de batterijhouder.