Reiniging van het apparaat:
• Haal vóór elke reiniging de batterijen uit het apparaat.
• Reinig het apparaat na gebruik met zachte, licht vochtige doek. Bij sterke
veront reiniging kunt u de doek ook met een lichte zeepoplossing bevoch-
tigen.
• Pas op dat er geen water in het apparaat komt. Gebruik, wanneer dit toch
een keer mocht gebeuren, het apparaat pas weer als het helemaal droog is.
• Gebruik voor het reinigen geen chemische reinigingsmiddelen of schuur-
middelen.
Bewaren:
• Verwijder de batterijen uit het apparaat wanneer u deze gedurende langere
tijd niet gebruikt. Lekkende batterijen kunnen het apparaat beschadigen.
• Zorg dat er geen knikken zitten in de aansluitkabels en elektroden.
• Haal de aansluitkabels los van de elektroden.
• Plak de elektroden na gebruik weer op de folie.
• Bewaar het apparaat op een koele, geventileerde plaats.
• Plaats geen zware objecten op het apparaat.
9. Verwijdering
Breng de lege batterijen naar een inzamelpunt voor lege batterijen en accu's
(klein en gevaarlijk afval), of geef ze af in een elektro-zaak. U bent wettelijk
verplicht, de batterijen op te ruimen.
Opmerking: Deze tekens vindt u op batterijen, die schadelijke
stoffen bevatten: Pb = de batterij bevat lood, Cd = de batterij bevat
cadmium, Hg = de batterij bevat kwik.
Verwijder het toestel conform het Besluit Afval van Elektrische en
Elektronische Apparaten 2002/96/EC – WEEE (Waste Electrical and
Electronic Equipment). Voor nadere informatie kunt u zich richten
tot de bevoegde instanties voor afvalverwijdering.
10. Problemen en probleemoplossing
Het apparaat gaat niet aan bij het indrukken van de AAN/UIT-toets. Wat
nu?
(1) Controleren of de batterijen juist zijn geplaatst en contact maken.
(2) Eventueel de batterijen vervangen.
(3) Contact opnemen met de klantenservice.
De elektroden komen los van het lichaam. Wat nu?
(1) De klevende oppervlakken van de elektroden met een vochtige, pluisvrije
doek reinigen. Vervolgens laten drogen aan de lucht en opnieuw aan-
brengen. Als de elektroden net als eerst niet goed houden dan moeten ze
worden vervangen.
(2) Voor elke toepassing de huid reinigen, vóór de behandeling geen huidbal-
sem en verzorgende olie gebruiken. Scheren kan de houdbaarheid van de
elektroden verlengen.
Het apparaat laat tijdens de behandeling afwijkende signaaltonen horen.
Wat nu?
(1) Kijk op de display, knippert een kanaal? Æ Onderbreek het programma
door op de AAN/UIT-toets te drukken. Controleer of de aansluitkabels
verbinding maken met de elektroden. Controleer of de elektroden goed
contact maken met het behandelgebied.
(2) Verzeker u ervan dat de stekker van de aansluitkabel goed met het
apparaat is verbonden.
(3) Verwissel de verbindingskabel als de signaaltonen niet ophouden met
een knipperend kanaal.
(4) De display toont een knipperend batterijsignaal. Vervang alle batterijen.
Er is geen merkbare stimulatie. Wat nu?
(1) Als er een waarschuwingssignaal klinkt, de hierboven beschreven stappen
uitvoeren.
(2) Druk op de AAN/UIT-toets om het programma opnieuw te starten.
(3) Controleer de elektrodenplaatsing en/of kijk of de kleefelektroden elkaar
Pb
Cd
Hg
niet overlappen.
(4) Verhoog stapsgewijs de impulsintensiteit.
(5) De batterijen zijn bijna leeg. Vervang deze.
U neemt een onaangenaam gevoel waar bij de elektroden. Wat nu?
(1) De elektroden zijn slecht geplaatst. Controleer de plaatsing en herzie
eventueel de positionering.
(2) De elektroden zijn versleten. Deze kunnen als gevolg van een niet langer
gewaarborgde gelijkmatige, volledig vlakke stroomverdeling leiden tot
huidirritaties. Vervang ze daarom.
123