3.
Nadat de batterijen in de sensor zijn geplaatst begint het temperatuurstation data
van de sensor te ontvangen. De buitentemperatuur en het pictogram van de
signaalontvangst zullen nu door het temperatuurstation worden weergegeven. Als
dit na 5 minuten niet het geval is, moeten de batterijen eruit genomen worden en
men herstart weer vanaf stap 1.
4.
Teneinde voldoende ontvangst van het 868 MHz-zendsignaal te verzekeren mag
de afstand tussen de sensor en de uiteindelijke positie van het temperatuurstation
niet meer bedragen dan 100 meter (zie opmerkingen onder "Ophangen" en "868
MHz-ontvangst").
5.
Zodra de op afstand gemeten temperatuur door het temperatuurstation is
ontvangen en wordt weergegeven, wordt automatisch de ontvangst van de DCF-
tijd (radiografisch bestuurde tijd) gestart. Dit duurt normaliter en in gunstige
omstandigheden tussen 3-5 minuten.
DCF-RADIOGRAFISCHE TIJD
De tijdbasis voor de radiografisch bestuurde tijd is een Cesium Atomic Klok van het
108