Lindab LTEST LT 600 Mode D'emploi page 42

systeem voorbereiden op testen
Afbeelding 3: Aansluiting op het kanaalsysteem
Het kanaalsysteem moet worden getest conform DIN EN
12337, DIN EN 1507, DIN EN 1507 en DIN EN 12599 . Er
kan een specifieke drukwaarde worden opgegeven zoals
vermeldt in de normen .
Elke over- of onderdruk doelwaarde binnen het meetbereik
kan worden geselecteerd . Als het kanaalsysteem uitzon-
derlijk groot of complex is, kunnen de lektesten beperkt
worden tot delen van het systeem . (Zie DIN EN 12599)
Lektesten conform DIN EN 12599 moeten worden uitge-
voerd terwijl het kanaalsysteem wordt gemonteerd, als
de kanalen nog toegankelijk zijn (ze zijn op dat moment
bijvoorbeeld nog niet geïsoleerd) . De oppervlakte van
het kanaal dat wordt getest, moet altijd groter zijn dan 10
m² . De oppervlakte moet worden gemeten en berekend
zoals gedefinieerd in DIN EN 14239 en moet vooraf
worden vastgelegd .
We raden aan om het verwachte lekdebiet vooraf te
schatten (zie bijlage) .
Dicht het kanaalgedeelte dat wordt getest af van de rest
van het systeem voordat u begint te testen . Alle openin-
gen, uitlaten, enz ., moeten zorgvuldig worden afgedicht .
Het is uiterst belangrijk dat u goed afdicht rond de
openingen en de testaansluitingen.
De aansluitpunten in het kanaalsysteem dat wordt
getest, moeten vooraf worden vastgelegd, zowel voor de
luchtslang van 50 mm als de dunne drukmeetbuis . De
aansluitpunten moeten ongeveer 2 m van elkaar af liggen
om te voorkomen dat ze elkaar zouden beïnvloeden .
Gebruik geschikte dichtingen om de aansluitingen voor
te bereiden voor de luchtslang van 50 mm evenals de
drukmeetbuis .
De slangaansluitingen niet aan torsiespanning bloot-
stellen.
Gebruik de aansluiting aan de voorzijde (10) voor over-
druk en de aansluiting bovenaan (5) voor onderdruk.
Gebruik de adapters altijd aan de voorzijde, zelfs voor
testen met onderdruk.
42
Bevestig vervolgens de dunne drukmeetbuis op de "+"
aansluiting (2) aan de voorzijde, linksboven de aanslui-
ting voor de 50 mm aansluiting .
De drukmeetbuis is altijd op de "+" aansluiting (2)
bevestigd. Het apparaat detecteert automatisch
overdruk en onderdruk. De "-" aansluiting (3) moet
vrij gelaten worden.
Er wordt een bajonetsluiting gebruikt voor de "+"
aansluiting van de drukmeetbuis: draai rechtsom om te
vergrendelen en linksom om te openen .
In principe,moet u de lektest altijd beginnen zonder
een adapter . Nadat u het lekdebiet hebt vastge-
steld, kunt u de relevante adapter gebruiken om de
meetnauwkeurigheid te verbeteren . Zie pagina 4 . De
adapters hebben verschillende namen, waarop het
maximaal meetbare debiet in l/s staat aangeduid .
Metingen conform DIN EN 15727 gebruiken doorgaans
lagere debieten en worden op dezelfde manier uitgevoerd .
Het is ook mogelijk om te vertrekken van de aanbevolen
afstand van 2 m tussen de slang en de buis . Om metingen
uit te voeren aan de drukzijde van heel kleine componen-
ten, kan de dunne 4m buis direct in de adapter worden
gestoken in plaats van de slang van 50 mm . Er wordt dan
een nippelaansluiting gebruikt met de component .