5.5 Testen van dynamo's (normale en gestuurde dynamo's, 12 en 24 V)
Met deze test kunt u controleren of de laadspanning van de dynamo binnen de grenswaarden
ligt om onder- of overbelasting van de accu te voorkomen
1. Sluit de testkabels met de accuklemmen aan op de tester
2. Zet de selectieknop in de stand "spanning" (stand V)
3. Selecteer de stand "dynamo"
4. De weergave op het display gaat knipperen op de manier die hieronder is weergegeven om aan te geven dat de klemmen op
de accu moeten worden aangesloten
5. Sluit de rode klem aan op de positieve accupool (+) en de zwarte klem op de negatieve accupool (-)
Opmerking:
Op basis van de tijdens het aansluiten gemeten spanning detecteert de tester automatisch of het een 12V- of een 24V-accu
betreft.
6. Selecteer, afhankelijk van het in de auto gemonteerde type dynamo, "Normal Alternator" (conventionele dynamo)
of "Smart Alternator" (gestuurde dynamo) en druk vervolgens op
OF
12V-accu
7. Er worden nu drie tests uitgevoerd om de dynamo te controleren:
5.5.1 Onbelaste spanningstest
Laat de motor
draaien met
2500 - 3000 t/min
1. Controleer of alle elektrische componenten en voorzieningen van de auto zijn uitgeschakeld
2. Laat de motor draaien met een toerental van 2500 - 3000 t/min en druk vervolgens op
3. Laat de motor met het hierboven genoemde toerental draaien tot de tijdteller nul aangeeft
Tijdteller telt af
van 10 s naar 0 s
4. Zodra de tijdteller nul aangeeft, worden de resultaten automatisch weergegeven
5. Na 3 seconden schakelt het display over op de volgende test:
10422 RMM500 Instructions UK 140x170mm 15pp MULTI LANGUAGE.indb 74
en druk vervolgens op de knop
24V-accu
74
om verder te gaan
Schakel de airconditioning uit
Houd het gaspedaal 10 seconden
ingetrapt
om de test te starten
Laat de motor draaien met
2500 - 3000 t/min
NL
23/08/2017 17:14