4
Controleer na de bovenstaande werkzaamheden nogmaals of het auto-
stoeltje goed vastzit. (Controleren door het autostoeltje naar achteren en
naar voren te bewegen)
Controleer of zowel het heupgedeelte als het diagonale gedeelte niet zijn
verdraaid of gevouwen om te voorkomen dat de veiligheidsgordel niet vol-
ledig en niet goed werkt.
Plaats de bovenste beugel bij montage met het gezicht voorwaarts gericht
NIET
(afb.
27).
Uw kind in de auto vastzetten
Verwijder de schouderbeschermbanden NIET. Deze voorkomen dat uw
kind gaat schuiven.
1
Druk op de rode knop om de gesp van het tuigje los te maken
2
Zet het tuigje losser door de versteller van het tuigje in te drukken en stel
het veiligheidstuigje op de juiste lengte af
3
Bevestig beide schouderbanden aan elkaar en steek deze in de gesp van
het tuigje
(afb.
4
Trek de gordelband van de verstelling van het tuigje zover uit dat de schou-
derbanden nog precies lang genoeg zijn om uw kind stevig in het auto-
stoeltje te kunnen laten zitten
Verzorging en onderhoud
1
Het opvulkussen is uitneembaar. Was het met de hand in koud water en
volg de aanwijzingen op het wasvoorschrift aan het autostoeltje op. Reinig
het NIET in de wasmachine of door het te laten stomen.
2
Verwijder het schuimrubber uit de opvulkussens voordat u deze wast.
3
Het kinderveiligheidssysteem mag niet zonder hoes worden gebruikt. Ver-
vang de hoes van het stoeltje niet door een andere dan die door de fabri-
kant wordt aanbevolen, aangezien de hoes een integraal onderdeel van de
goede werking van het veiligheidssysteem is.
4
Maak de bevestigingsstukken aan beide zijden van het zittingkussen los
om het zittingkussen te kunnen uitnemen. Trek het zittingkussen van de
zitting af.
30).
(afb. 31) –
(afb. 29) –
Indrukken.
Trekken.
N
L
(afb.
28).
41