12. Reiniging en onderhoud
a) Algemeen
• Om de nauwkeurigheid van het meetinstrument gedurende een lange periode te garanderen, moet deze eenmaal
per jaar worden gekalibreerd.
• Het instrument is absoluut onderhoudsvrij met uitzondering van incidentele reiniging en batterij- en elektrode-ver-
vanging.
• Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat – bijv. op schade aan de behuizing of beknelling,
etc.
b) Reiniging van de behuizing
Voordat u het apparaat reinigt, dient u absoluut de volgende veiligheidsinstructies in acht te nemen:
• Gebruik voor de reiniging geen schurende reinigingsmiddelen, benzine, alcohol of dergelijke. Daardoor wordt het
oppervlak van het meetapparaat aangetast. De dampen zijn bovendien schadelijk voor de gezondheid en explosief.
Gebruik voor de reiniging ook geen scherp gereedschap zoals schroevendraaiers of staalborstels e.d.
• Voor de reiniging van het instrument resp. de display dient u een schone, pluisvrije, antistatische en licht vochtige
schoonmaakdoek te gebruiken. Laat het apparaat compleet drogen voordat u het voor de volgende meting gebruikt.
c) Reiniging van de sonde
• Na elke meting moet de elektrode worden schoongemaakt.
• Spoel voor normale reiniging de sonde af met gedestilleerd water.
• Bij metingen in eiwitrijke vloeistoffen (bijv. melk) is een reinigingsmiddel met pepsine nodig. Laat de elektrode ca.
5 minuten in het reinigingsmiddel met pepsine staan en spoel deze vervolgens met gedestilleerd water grondig af.
• Dep de elektrode droog af en plaats het vochtreservoir op de elektrode.
• Controleer het vloeistofniveau (kaliumchloride, kcl) in het vochtreservoir. Dit is vereist zodat de elektrode niet uit-
droogt tijdens langdurige opslag.
d) Regeneratie van de pH-glaselektrode
pH-elektroden zijn slijtageonderdelen. Een ingedroogde glaselektrode zorgt voor een kortere levensduur. Ingedroog-
de elektroden kunnen evt. geregenereerd worden door de poriën van de glaslaag weer te openen.
Dompel de ingedroogde elektrode ten minste 24 uur in een ruime hoeveelheid opslagoplossing (3 mol kcl-oplossing)
en probeer daarna opnieuw te kalibreren. Lukt dit niet, verleng de tijd dan met nogmaals 24 uur. Daarna moet meten
weer mogelijk zijn, evt. moet de elektrode worden vervangen.
72