voor elke ingebruikname de smeeroliestand. Een te lage
oliestand kan de oliepomp beschadigen.
Let op: De oliestand dient bij een ingetrokken kapmes te
worden gecontroleerd. De oliemeetstaaf bevindt zich on-
der de splijttafel in de vulschroef A (Fig. 8) en is van 2
kerven voorzien. Bevindt de oliespiegel zich op de onder-
ste kerf, dan is dit de minimale oliestand. Mocht dit het
geval zijn, dan dient direct olie te worden bijgevuld. De
bovenste kerf geeft de maximale oliestand aan.
De splijtzuil dient voor de controle ingetrokken te worden,
de machine dient vlak te staan.
Wanneer vervang ik de olie?
De eerste olieverversing na 50 bedrijfsuren, daarna alle
500 bedrijfsuren.
Olie vervangen, afb. 10
Schuif de kloofzuil volledig naar binnen toe.
Plaats een vat met een capaciteit van ten minste 8 l
onder de kloofhamer.
Draai de ontluchtklep A los.
Open
de
aftapschroef
B,
uitstromen.
Sluit de aftapschroef weer en trek deze stevig na.
Plaats een schone trechter en giet er 8 l nieuwe
hydraulische olie in.
Schroef de ontluchtklep er weer op.
Breng alle oude olie volgens de voorschriften naar het plaat-
selijke ophaalpunt voor gebruikte olie. Het is verboden ge-
bruikte olie op de grond te laten lopen of met afval te ver-
mengen.
Wij adviseren de volgende hydraulische oli n:
Aral Vitam gf 22
BP Energol HLP-HM 22
Mobil DTE 11
Shell Tellus 22
of gelijkwaardige.
Geen andere oliesoorten gebruiken! Het gebruik van andere
olin beinvloedt de werking van de hydraulische cilinder.
Splijtbalk
De balk van het splijtmes dient voor de ingebruikname
licht te worden ingevet. Dit proces dient alle 5 bedrijfsu-
ren te worden herhaald. Vet of spuitolie lichtjes aanbren-
gen. De balk mag niet drooglopen.
Hydraulische installatie
De hydraulische installatie is een gesloten systeem met
olietank, oliepomp en regelklep.
Het compleet geleverde systeem mag niet worden gewij-
zigd of gemanipuleerd.
Oliestand regelmatig controleren.
Te lage oliestand beschadigt de oliepomp
Hydraulische aansluitingen en schroefverbindingen regel-
matig op dichtheid controleren - evt. vaster aandraaien.
Voor het begin van de onderhouds- of controlemaatrege-
len dient het werkgebied te worden gereinigd en geschikt
gereedschap in goede staat gereed te worden gehouden.
De hier genoemde tijdafstanden hebben betrekking op
normale gebruiksomstandigheden; wanneer de machine
zodat
de
olie
kan
59