7684865 - 02 - 26062017
Voor meer informatie, zie
Speciale functies configureren, pagina 65
Stopfunctie van regelaar
De stopfunctie van de regelaar kan worden gebruikt voor handmatige bestu
ring van de brander (niet beschikbaar voor alle ketels of regelingen).
De navigatie naar het speciale bedieningsmenu wordt beschreven in de op
merking hieronder.
1. Selecteer "Stopfunctie van regelaar" = "Aan".
De functie wordt geactiveerd. De extra bedieningsregel "Instelwaar
de van regelaarstop" wordt weergegeven.
2. De extra bedieningsregel "Instelwaarde van regelaarstop" wordt weer
gegeven.
Voor meer informatie, zie
Speciale functies configureren, pagina 65
Noodstand
De noodstand kan worden gebruikt als de warmtepomp niet goed werkt
(niet beschikbaar voor alle ketels of regelaars)
De navigatie naar het speciale bedieningsmenu wordt beschreven in de op
merking hieronder.
1. Selecteer "Noodstand" = "Aan".
De functie wordt geactiveerd.
2. Beëindig de functie met "Noodstand" = "Uit".
Voor meer informatie, zie
Speciale functies configureren, pagina 65
Het koudemiddel aftappen
U start het aftappen van koudemiddel handmatig met deze speciale functie
(niet beschikbaar voor alle ketels of regelaars).
De navigatie naar het speciale bedieningsmenu wordt beschreven in de op
merking hieronder.
1. Selecteer "Het koudemiddel aftappen" = "Aan".
De functie wordt geactiveerd.
2. Beëindig de functie met "Het koudemiddel aftappen" = "Uit".
Voor meer informatie, zie
Speciale functies configureren, pagina 65
Ontdooien starten
De handmatige ontdooifunctie wordt gebruikt voor de verdamper van een
lucht-/waterwarmtepomp (niet beschikbaar voor alle ketels of regelaars)
Toelichting
Aanvullende informatie over de ontdooifunctie is beschikbaar in de
gebruikershandleidingen voor de warmtepomp.
De navigatie naar het speciale bedieningsmenu wordt beschreven in de op
merking hieronder.
1. Selecteer "Ontdooien starten" = "Ja".
Voor meer informatie, zie
Speciale functies configureren, pagina 65
9 Instellingen
Kamerthermostaat RGP
nl
63