Controle Van De Het Controlelampje; Onderhoud; Reikwirjdte Van De Garantie; Afwijkende Omgevingsomstandigheden - Atlantic ZENEO 50 Notice D'utilisation Et D'installation

NL
Installatiehandleiding: reikwijdte van garantie

7.3 Controle van de het controlelampje

Regelmatig contoleren of het controlelampje groen brandt (zie tabel p 49). Als het niet meer brandt of knippert,
waarschuw dan uw erkende installateur.
7.4 Onderhoud van de bak
Wij raden ten zeerste aan om elke 2 tot 3 jaar de bak te laten nakijken door een onderhoudsmonteur om een
goede kwaliteit van het water te behouden : legen en ontkalken.
In gebieden met hard water is het mogelijk om het water te behandelen met een verzachter. Deze moet goed
ingesteld worden en de hardheid van het water moet hoger blijven dan 0,8mmol/l CaCO3 (80ppm CaCO3).
Het gebruik van een verzachter is geen ontheffing van onze garantie, onder voorbehoud dat de verzachter goed
is ingesteld, voldoet aan de CSTB voor Frankrijk en regelmatig gecontroleerd en onderhouden wordt.
Voer uw apparaat niet af bij het huisvuil, maar breng het naar een inzamelpunt dat hiervoor bes-
temd is of waar het kan worden gerecycled.
8. Reikwijdte van de garantie
Uitgezonderd van deze garantie zijn de defecten als gevolg van:

8.1 Afwijkende omgevingsomstandigheden

en(vochtigheid, agressieve omstandigheden of slechte ventilatie).
60-1 addendum 4 warm water (gehalten van chloor, sulfaten, calcium,soortelijke weerstand en TAC).
min. en -max. zien en bijvoorbeeld frequenties die niet conform zijn).
plekken) die vermeden hadden kunnen worden door een directe reparatie van het apparaat.
8.2 Een installatie die niet overeenkomt met de regelgeving, de normen en de regels van de kunst
of aanpassingen aan de instelling...
werken (drukvermindering, afsluitkraan...) (zie pagina 39).
Abnormale corrosie van de inzetstukken (warm of koud water) door een verkeerde hydraulische aans-
luiting (slechte afdichting) of afwezigheid van diëlektrische moffen (direct contact tussen ijzer en koper).
in het land, onjuiste aarding, onvoldoende bekabeling, aansluiting met soepele kabels, het niet
naleven van de aansluitschema's die worden voorgeschreven door de fabrikant.
Het vallen van een apparaat door het gebruik van bevestigingsmiddelen die niet geschikt zijn voor de installatie.
-
41