b) Aansluitingsschema A (buiteneenheid + binneneenheid)
De binneneenheid (A) en buiteneenheid (B) wordt, zoals hierboven afgebeeld, via een twee-aderige kabel verbonden.
De stroomvoorziening geschiedt via de meegeleverde stekkeradapter (C).
Beide kleine DIP-schakelaars (zie afbeelding in hoofdstuk 6 a), positie 13) op de achterzijde van de bin-
neneenheid (A) moeten zich in de bovenste stand bevinden.
Een deuropener (E) kan rechtstreeks worden aangesloten aangezien de buiteneenheid de bedrijfsspanning naar
beide aansluitklemmen „D/O" rechtstreeks ter beschikking stelt.
De aansluitklemmen „GATE" daarentegen zijn potentiaalvrij. Als hier een bijkomende deuropener vb. voor een toe-
gangsdeur (D) naar het domein wordt aangesloten, moet u de bedrijfsspanning met een externe stekkeradapter ter
beschikking stellen.
Let hierbij zeker op de contactbelastbaarheid van het relais voor de aansluitklemmen „GATE" in de buiten-
eenheid (zie hoofdstuk „Technische gegevens").
Schakel de netspanning nooit via de aansluitklemmen „GATE" aan! Er bestaat het levensgevaar door een
elektrische schok!
73