HET APPARAAT STOPPEN
Opmerking:
Controleer of het apparaat 15 minuten in werking blijft nadat u het koken heeft afgerond.
1. Druk op de aan/uit-knop om het apparaat uit te schakelen.
6
De inductiekookplaat reinigen en onderhouden
DAGELIJKSE REINIGING
Waarschuwing:
Controleer voordat u het apparaat gaat reinigen of alle kookzones zijn afgekoeld.
Waarschuwing:
Reinig als u suiker morst het apparaat onmiddellijk om inbranden van het oppervlak te voorkomen. Pas
op, de kookzones kunnen heet zijn.
Voorzichtig:
Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen, spuitbussen of scherpe objecten.
1. Vergrendel het apparaat.
2. Verwijder gemorst voedsel. Gebruik hiervoor een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel of een
glasschraper.
3. Reinig het apparaat dagelijks met een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel.
4. Maak het apparaat droog met papieren handdoeken of een droge theedoek.
5. Reinig in geval van ernstige vervuiling het apparaat met een speciaal voor een inductie-apparaat geschikt
reinigingsmiddel.
7
De afzuigkap reinigen en onderhouden
DAGELIJKSE REINIGING
1. Reinig de glazen klep. Volg hierbij de voor de inductiekookplaat beschreven procedure. Zie paragraaf
reiniging'
.
Voorzichtig:
Reinig de glazen klep niet in de vaatwasser.
DE VETOPVANGBAK EN HET VETFILTER REINIGEN
Opmerking:
Het vetfilter moet worden gereinigd als de display G weergeeft of minimaal eenmaal per maand.
1. Duw tegen de schuif op de glazen klep (A).
2. Verwijder de glazen klep.
3. Verwijder het vetfilter (B).
4. Verwijder de vetopvangbak (C).
16
•
Nederlands
'Dagelijkse
(Figuur 6)
(Figuur 7)
(Figuur 8)