10. Manuele instelling van de eindposities
1.
Beweeg het rolluik in
de gewenste rich-
ting.
Aanbeveling
Eerst omhoog
2.
Druk verder ...
3.
Laat de toets weer
los zodra de ge-
wenste eindpositie
bereikt is.
4.
Door kort op de
toets te drukken
kunt u de eindposi-
tie in kleine stapjes
corrigeren.
5.
Schakel na een
geslaagde instelling
van de eindposities
de opgegeven loop-
richting stroomvrij.
De eindpositie is nu
opgeslagen.
Richt de oorspronkelijke aansluiting overeenkomstig het aansluitingsschema [ 27 ] op pagina 20, mweer in,
mocht u de instelling van de eindposities met de universele instelkabel of het snoerschakelaar-instelapparaat
hebben gedaan.
i
Als tijdens het instellen een storing optreedt (bijv: de buismotor draait ook bij het drukken en ingedrukt houden van
de insteltoets slechts één omwenteling), dan is eventueel de adapter (10) van de aandrijfkop (12) verschoven.
◆ Controleer en corrigeer eventueel de positie van de adapter (10), zie pagina 25.
Met de insteltoets aan de
buismotor
op de insteltoets van de
buismotor.
Zet de jaloezieschakelaar
in de neutrale stand en laat
de insteltoets los.
Met de universele
instelkabel
OF
Looprich-
I
ting 1
of
Looprich-
II
ting 2
Druk twee keer
III
kort en houd de
toets bij de derde
keer ingedrukt.
III
III
Zet de schakelaar
I
in de middelste
stand.
II
Met het snoerschakelaar-
instelapparaat
OF
Looprichting 1
SET
ON
Looprichting 2
Met de SET-toets of de ON-schake-
laar (looprichting 1 of 2)
Druk twee keer kort op de ON-
schakelaar of de SET-toets voor
de tegengestelde looprichting en
houd de toets bij de derde keer
ingedrukt.
ON
of
SET
ON
of
SET
ON
Stel de schakelaar in de mid-
denpositie en ...
SET
laat de SET-toets los.
NL
23