8. Installatie
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken en materiële
schade!
Als het apparaat onjuist wordt aangesloten, bestaat er ge-
vaar voor elektrische schokken en materiële schade.
Stroom en water mogen uitsluitend worden aangesloten
door iemand die daarvoor is gekwalificeerd.
8.1. Opstellen en waterpas zetten
Plaats het apparaat op een stabiele, vlakke ondergrond in de buurt van een afvoer en
een wateraansluiting:
− op een tafel/een werkblad
− in een open kast
Steek de stekker van het apparaat (20) pas in een volgens de voorschriften geïnstal-
leerd en vrij toegankelijk stopcontact als de watertoevoer en de -afvoer in orde zijn
(zie het volgende hoofdstuk).
8.2. Wateraansluiting
LET OP!
Schade aan het apparaat!
Wanneer het apparaat onjuist wordt aangesloten, kan het
beschadigd raken.
De slang mag niet geknikt zijn en moet zorgvuldig wor-
den aangesloten.
Sluit de watertoevoerslang (21) op een koudwaterkraan met 3/4"-schroefdraad aan
(zie afb. D). U kunt de toevoerslang ook aansluiten op een warmwaterkraan, mits de
watertemperatuur niet hoger wordt dan 70 °C.
De spoelduur wordt hierdoor met ca. 15 minuten verminderd.
Draai de slangaansluiting handvast aan.
De waterslang is bestemd voor een waterdruk tot 10 bar. Wij adviseren u om de water-
toevoer na gebruik dicht te draaien, vooral wanneer uw huisaansluiting niet is voorzien
van een drukregelaar.
1 10 - Nederlands