7
GEBRUIKERS
INSTALLATIE
Het toestel moet aangesloten worden op een afvoerschoorsteen en moet daarom in de buurt van de
schoorsteen geplaatst worden. Plaatsing en aansluiting vereisen vakkennis. Uw installateur zal erop toezien dat
alles overeenkomstig de regels van de techniek en de veiligheid gebeurt. Hij zal de goede werking van het
toestel volgens het type gas controleren. Om de convector op de leiding aan te sluiten, zal hij zeker geen rubbe-
rslang gebruiken, want om veiligheidsredenen is dit ten strengste verboden. De radiator moet op minstens 15
cm afstand van de achterwand en 20 cm van de zijwanden geplaatst worden. Indien deze wanden uit
ontvlambaar materiaal bestaan, verdient het aanbeveling een geanodiseerde staalplaat (minstens 0,7 mm dik)
van 600 mm breed en 800 mm hoog, op een afstand van 5 mm van de muur te plaatsen. Deze plaat moet recht
tegenover de stralende delen van het toestel geplaatst worden. Het toestel moet op minstens 40 cm van alle
brandbare materialen (gordijnen, overgordijnen, hout, ...) geplaatst worden.
INWERKINGSTELLING
Opdat het toestel er perfect zou blijven uitzien, moet u bij de eerste inwerkingstelling volgende
voorzorgsmaatregelen treffen: vóór de ontsteking alle buitenonderdelen reinigen met een zacht sopje en met
een zachte doek afvegen; terwijl het toestel opwarmt, de neerslag en condensatie die op de oppervlakken
verschijnen regelmatig met een zachte en droge doek afvegen. De werking van de radiator wordt gestuurd door
een thermostatische afsluiter.
VEILIGHEID
De waakvlam van de gasconvectoren is uitgerust met een thermo-elektrische veiligheid. Indien de waakvlam om
een of andere reden uitgaat, wordt de gastoevoer naar de brander en de waakvlam automatisch afgesloten. Er
kan dus geen onverbrand gas ontsnappen.
Het toestel moet dan opnieuw worden aangestoken om weer te kunnen werken. U doet er goed aan enkele
minuten te wachten vooraleer de waakvlam opnieuw te ontsteken. Het toestel mag in geen geval binnen de drie
minuten opnieuw aangestoken worden. Onze toestellen zijn voorzien van een kijkvenster met een ruit in
vuurvast glas. Wanneer de ruit gebroken of gebarsten is, mag het toestel pas gebruikt worden nadat de herstel-
ling is uitgevoerd. Uw toestel is uitgerust met een beveiliging (TTB) die de werking onderbreekt wanneer de
afvoer van de verbrandingsprodukten niet correct verloopt. Bij onderbreking van de werking, het toestel laten
rusten vooraleer het opnieuw aan te steken. Indien de werking herhaaldelijk onderbroken wordt, moet de
installateur verwittigd worden.
ONDERHOUD
Enkele tips: om het vuil aan de buitenkant van de ruit te verwijderen, moet u het toestel uitzetten en wachten tot
het volledig afgekoeld is. Gebruik een vochtige of in alcohol gedrenkte doek en laat drogen (als u alcohol
gebruikt: tien minuten wachten vooraleer het toestel opnieuw aan te steken). De geëmailleerde en verchroomde
onderdelen moeten koud gereinigd worden. Voor email moet u een vochtige, lichtjes in zeepwater gedrenkte
spons gebruiken. Spoel en droog zorgvuldig af. Laat nooit vlekken van een zure vloeistof (azijn, citroen) op het
email achter. Verwijder vetvlekken met heet water waaraan sodakristallen of een ander product dat geschikt is
voor het onderhoud van email werd toegevoegd. Gebruik nooit bijtende of schurende producten of
metaaldoekjes op de verchroomde of vergulde onderdelen, want deze zouden krassen kunnen veroorzaken. U
hoeft niet te vrezen voor vuil aan de binnenkant van uw convector.
AANBEVELINGEN
Sluit het toestel alleen aan met behulp van metalen buizen. Het gebruik van een rubberslang is ten strengste
verboden. Wanneer het toestel buiten werking gesteld is, moet u de afsluitkraan op de gasleiding sluiten. We
herinneren eraan dat gaslekken gekenmerkt worden door een specifieke geur. Ga als volgt tewerk: sluit de
hoofdtoevoerkraan; open deuren en vensters; controleer of geen enkele kraan open is gebleven. Indien deze
handelingen onvoldoende blijken, moet u de gasmeter afsluiten en de installateur of de gasdienst verwittigen.
Het is ten strengste verboden gaslekken door middel van een vlam op te sporen. De gasdichtheid van de
leidingen moet met zeepwater of een speciaal, in de handel verkrijgbaar product gecontroleerd worden.
Belangrijk: Bij het binnenkomen in een ruimte waar een gasgeur hangt, is het van vitaal belang niet te roken,
geen vlam te doen branden, geen schakelaar of eender welk ander elektrisch toestel te bedienen.
Het vermogen van het toestel mag niet overschat worden ten opzichte van de te verwarmen ruimte.
C34##3700A