Veiligheidsvoorschriften
Bij het gebruik van gazonmaaiers gelden ter
bescherming tegen verwondingsgevaar
de volgende belangrijke veiligheidsvoorschriften:
■ Lees de gebruiksaanwijzing en handel
volgens de voorschriften.
■ Bewaar de gebruiksaanwijzing voor later
gebruik en voor een eventuele volgende
bezitter van de machine.
■ Neem de veiligheidsvoorschriften en de
waarschuwingen op de machine in acht.
Bediener
■ Kinderen en personen jonger dan 16 jaar die
niet met de gebruiksaanwijzing vertrouwd
zijn, mogen de machine niet gebruiken. De
minimumleeftijd kan worden voorgeschreven
door plaatselijke bepalingen.
■ Draag een lange, nauw sluitende broek
en stevige, stroeve schoenen.
Werkomgeving
■ Controleer het te maaien gedeelte volledig
en zorgvuldig. Verwijder stenen, stokken,
metaaldraad, botten en dergelijke.
■ Maai niet wanneer zich personen (let voo
ral op kinderen) of dieren (let vooral op
kleine dieren) in de omgeving bevinden.
Gebruikstijden
■ Neem de geldende gebruikstijden voor
gazonmaaiers in acht (let op de
bescherming tegen geluid).
Zie de gebruiksaanwijzing voor gebruikstijden.
■ Maai alleen bij daglicht of bij goed
kunstlicht.
Gebruik
■ Voer voor het gebruik altijd een optische
controle uit.
■ Vervang beschadigde of versleten delen
onmiddellijk.
■ Gebruik de machine alleen in de
technische toestand die door de fabrikant
wordt voorgeschreven.
■ De gebruiker van de machine is
verantwoordelijk voor ongevallen waarbij
andere personen of het eigendom van
andere personen betrokken zijn.
■ Zet de motor uit wanneer u over andere
oppervlakken dan een te maaien oppervlak rijdt.
■ Start de motor niet wanneer u voor het
uitwerpkanaal staat (maaier met zijwaartse
uitworp).
NL1
■ Gebruik de gazonmaaier alleen op een
gazon.
■ Stel de veiligheids- en beschermingsvoo
zieningen van de gazonmaaier niet buiten
werking.
■ Voor het starten van de gazonmaaier moet
het maaimes volledig vrij kunnen bewegen.
Koppel eventuele aandrijvingen los.
■ Wanneer u de gazonmaaier voor het
starten optilt, moet het maaimes van u
af wijzen.
■ Houd handen en voeten niet in de buurt
van ronddraaiende delen.
■ Gebruik de gazonmaaier alleen met
inachtneming van de door de stuurstang
gegeven veiligheidsafstand.
■ Zorg ervoor dat u stevig staat.
■ Til de gazonmaaier nooit op met een
lopende motor. Draag de gazonmaaier
nooit met een lopende motor. Wacht tot
de maaimessen tot stilstand gekomen zijn
en trek de bougiestekker los.
■ Maai altijd dwars op een helling. Gebruik
de gazonmaaier niet voor omhoog en
omlaag maaien op hellingen en niet op
hellingen van meer dan 15°.
■ Voorzicht bij het wijzigen van de rijrichting
en bij achteruitmaaien.
■ Loop alleen stapvoets met de gazonmaaier.
■ Houd de uitlaat en de motor vrij van
bladeren, gras en gelekte olie.
■ Laat de gazonmaaier niet onbeheerd
achter.
Waarschuwing! Benzine is uiterst
brandbaar!
■ Bewaar benzine alleen in daarvoor
bedoelde tanks.
■ Tank alleen buitenshuis. Rook niet tijdens
het tanken.
■ Terwijl de motor loopt of wanneer de
machine heet is, mag de tanksluiting niet
worden geopend en mag de tank niet met
benzine worden gevuld.
■ Wanneer benzine overgelopen is, mag
de motor niet worden gestart. De motor
moet worden gereinigd en elke poging tot
starten moet achterwege worden gelaten
tot de benzinedampen vervluchtigd zijn.
■ Om veiligheidsredenen moeten benzine
tank en tanksluiting bij beschadiging wor
den vervangen.