2. Verwijder het luchtfilterdeksel en verwijder het
luchtfilter.
3. Reinig het luchtfilter met een warm sopje van water
en zeep.
4. Vervang het luchtfilter als het zo vuil is dat het niet
meer volledig kan worden gereinigd. Vervang een
beschadigd luchtfilter altijd.
5. Reinig ook het binnenoppervlak van het filterdeksel.
Gebruik perslucht of een borstel.
6. Controleer het oppervlak van de rubberen afdichting.
Vervang het filter als de rubberen afdichting is
beschadigd.
7. Zorg dat het filter droog is voordat u het monteert.
Tweedelige steel
Breng telkens na 30 uur bedrijf smeermiddel aan op het
uiteinde van de aandrijfas. Als ze niet regelmatig
gesmeerd worden, bestaat het risico dat de
aandrijfasuiteinden (spiebanenverbindingen) van de
deelbare modellen gaan klemmen.
74
Het kettingaandrijfwiel controleren
1. Controleer regelmatig het slijtageniveau van het
kettingaandrijf-tandwiel. Vervang het als het
abnormaal versleten is.
Snijuitrusting controleren
1. Controleer op scheurtjes in klinknagels en schakels
en op losse schakels. Vervang indien nodig.
2. Controleer of de zaagketting eenvoudig te buigen is.
Vervang de zaagketting wanneer deze onbuigzaam
is.
3. Vergelijk de zaagketting met een nieuwe om te
bepalen of de klinknagels en schakels versleten zijn.
4. Vervang de zaagketting wanneer het langste deel
van de zaagtand kleiner dan 4 mm/0,16 inch is.
Vervang de zaagketting ook als er scheurtjes in de
zaagtanden zitten.
De geleider controleren
1. Controleer of het oliekanaal niet verstopt is. Reinig
indien nodig.
703 - 005 - 20.10.2020