Nederlands
(2) Batreff ende de temperatuur van de oplaadbare batterij
De temperaturen voor herlaadbare batterijen worden
weergegeven in Tabel 2. Oververhitte batterijen moeten
een tijdje afkoelen voordat ze worden herladen.
Tabel 2 Temperatuur voor opladen van baterijen
Oplaadbare batterijen
BSL1830
(3) Tijd die benodigd is voor het opladen
De oplaadtijden in de onderstaande Tabel 3 zijn
afhankelijk van de kombinatie van acculader en
batterij.
Tabel 3 Oplaadtijden (bij 20°C)
Acculader
Batterij
BSL1830
OPMERKING
De tijd voor het opladen verschilt afhankelijk van de
omgevingstemperatuur en het spanningsvoltage.
4. Trek de stekker van het oplaadapparaat uit het
stopkontakt.
5. Houd het oplaadapparaat stevig vast en trek de
batterij er uit.
OPMERKING
Verwijder na gebruik eerst de batterijen uit de lader en
bewaar de batterijen op de juiste manier.
Om langdurig gebruik van de batterij te bevorderen
(1) Laad batterij op vóórdat ze volledig uitgeput zijn.
Merkt u dat de gevoede apparatuur minder krachtig
gaat werken, onderbreek dan het gebruik en laad de
batterij op. Als u apparatuur op batterijvoeding te lang
blijft gebruiken, kan dit leiden tot teruglopen van de
batterijwerking en eventueel zelfs beschadiging ervan.
(2) Verricht het opladen niet bij hoge temperatuur.
Een oplaadbare batterij zal onmiddellijk na gebruik
gewoonlijk erg warm zijn. Als u een dergelijke batterij
onmiddellijk gaat opladen, zal de chemische balans in
het inwendige verstord worden en zal de levensduur
van de batterij afnemen. Laat de batterij daarom even
afkoelen, voor u met opladen begint.
LET OP
○ Wanneer de batterijlader onafgebroken wordt gebruikt,
zal deze warm worden, waardoor fouten worden
veroorzaakt. Nadat het laden is voltooid, wacht u best
15 minuten tot de volgende lading.
○ Als de batterij wordt herladen wanneer ze warm is door
batterijgebruik of blootstelling aan zonlicht, kan het
controlelampje groen oplichten.
De batterij wordt niet herladen. Laat in dat geval de
batterij afkoelen voor het laden.
○ Wanneer het controlelampje snel in rood knippert
(vijfmaal per sekonde), neem de batterij dan uit het
oplaadapparaat en controleer de opening van de laatste
dan op de aanwezigheid van een voorwerp dat er niet
hoort. Is er geen voorwerp in de opening aanwezig, dan
is de storing waarschijnlijk te wijten aan de oplaadbare
batterij of het oplaadapparaat. Laat deze dan
controleren door een bevoegde onderhoudsinstantie.
62
Geschikte temperatuur
voor het opladen
0°C – 50°C
UC18YRSL
Circa. 45 min.
OVER HET INDICATIELAMPJE VOOR DE
RESTERENDE ACCUCAPACITEIT
Wanneer
de
schakelaar
accucapaciteit-indicatielampje wordt ingedrukt, gaat het
resterende accucapaciteit-indicatielampje branden en
kan de resterende accucapaciteit gecontroleerd worden.
(Afb. 5) Wanneer u uw vinger van de schakelaar voor het
resterende accucapaciteit-indicatielampje afneemt, gaat
het resterende accucapaciteit-indicatielampje uit. De
Tabel 4 toont de status van het resterende accucapaciteit-
indicatielampje en de resterende accucapaciteit.
Status van
Resterende accucapaciteit
lampje
De resterende accucapaciteit is
voldoende.
De resterende accucapaciteit is
gehalveerd.
De resterende accucapaciteit is
nagenoeg uitgeput.
Laad de accu zo spoedig mogelijk.
Aangezien de aanduiding van het resterende accucapaciteit-
indicatielampje enigszins kan afwijken afhankelijk van de
omgevingstemperatuur en de kenmerken van de accu,
geldt dit enkel als richtlijn.
OPMERKING
○ Stel het schakelaarpaneel niet bloot aan krachtige
stoten om te voorkomen dat dit stuk gaat. Dit kan
defecten veroorzaken.
○ Om het stroomverbruik van de accu te sparen,
gaat het resterende accucapaciteit-indicatielampje
branden wanneer de schakelaar voor het resterende
accucapaciteit-indicatielampje wordt ingedrukt.
ALVORENS IN GEBRUIK TE NEMEN
LET OP
Verwijder de accu alvorens onderdelen te monteren.
1. Monteren van toebehoren [alleen CG18DL] (Afb. 6)
(1) Steek de vergrendelpen in het hoofdpijpvergrendelgat
van het snijtoebehoren en let er op dat de hoofdpijp niet
los kan raken.
(2) Draai de handvatknop om het stevig vast te zetten.
2. Monteren van het lushandvat (Afb. 7)
(1) Verwijder de M6 × 43 bouten (2).
(2) Monteer het lushandvat op de hoofdpijp zodat dit tegen
de motor leunt.
(3) Plaats de handvathouder aan het onderste uiteinde van
de hoofdpijp en zet deze stevig vast met de M6 × 43
bouten (2) en M6 moeren (2).
OPMERKING
Zet het lushandvat vast in een positie die een goed
houvast geeft.
3. Monteren van het veiligheidsdeksel (zie Afb. 8 en 9)
WAARSCHUWING
Monteer
het
veiligheidsdeksel
bestemde plaats.
Wanneer deze waarschuwing niet in acht wordt
genomen kan dit letsel veroorzaken als gevolg van
rondvliegende stenen.
OPMERKING
Gebruik
voor
het
inbussleutel.
voor
het
resterende
Tabel 4
op
de
daarvoor
monteren
de
meegeleverde