5 Na het gebruik
5.3 Filter reinigen
OPGELET:
De filters zijn wasbaar, maar ongeschikt
voor
de
wasmachine
Gebruik voor de reiniging geen reinigings-
middelen of harde borstels. Laat de filters
na de reiniging ca. 24 uur bij kamertempe-
ratuur drogen. Plaats ze pas weer terug, als
ze helemaal droog zijn.
12
13
46
of
vaatwasser.
De filters kunnen na enige tijd vuil worden.
Daarom is het belangrijk dat u de filters regel-
matig controleert en zonodig reinigt.
Maak de filters absoluut elke keer leeg
voordat u nat zuigt en nadat u klaar bent met
nat zuigen.
Als een van de filters beschadigd is, moet
u het onmiddellijk vervangen (hoofdstuk
6.2, „Toebehoren en reserveonderdelen").
Om de filters te controleren/reinigen gaat
u als volgt te werk:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Maak de stofbak leeg, hoofdstuk 5.1,
„Stofbak leegmaken".
3. Verwijder hierbij het permanente filter met
ingezet
schuimrubber-motorbescher-
mingsfilter.
4. Houd het permanente filter met ingezet
schuimrubber-motorbeschermingsfilter
vlak boven een vuilnisbak.
5. Trek
het
schuimrubber-motorbescher-
mingsfilter
uit
het
(afb. 12).
6. Klop de filters uit en verwijder grove vuil-
delen met de hand.
7. Als dit niet volstaat, gebruik dan een zach-
te borstel om de resterende vuildelen weg
te borstelen.
8. Als dit nog steeds niet voldoende is, spoelt
u de twee filters onder stromend koud of
handwarm water uit (afb. 13).
9. Laat de filters na de natte reiniging
ca. 24 uur bij kamertemperatuur drogen.
Plaats ze pas weer terug (hoofdstuk 5.4,
„Filter inzetten"), als ze helemaal droog
zijn.
permanente
filter