5 Na het gebruik
5.1 Stofbak leegmaken
9
10
5.2 Stofbak reinigen
WAARSCHUWING:
Gevaar voor een elektrische schok! Let er
bij de reiniging van de stofbak op dat de
motoreenheid (afb. 1/5) in geen geval nat
wordt.
11
De compacte stofbak kan slechts een be-
perkte hoeveelheid vuil en vloeistof opnemen.
Maak de stofbak het beste leeg elke keer na-
dat u gestofzuigd heeft.
Maak de stofbak absoluut elke keer leeg
voordat u nat zuigt en nadat u klaar bent met
nat zuigen.
1. Houd het apparaat met de stofbak naar
beneden gericht.
2. Houd de stofbak en de motoreenheid elk
met een hand goed vast.
3. Schuif de 3-in-1 schakelaar nu naar achte-
ren, om de stofbak van de motoreenheid
te verwijderen (afb. 9).
4. Haal het permanente filter aan de hiertoe
voorziene strip uit de stofbak (afb. 10).
5. Klop de resten voorzichtig uit de stofbak of
verwijder deze met de hand.
6. Reinig bij deze gelegenheid ook meteen
even
de
stofbak
„Stofbak
reinigen")
hoofdstuk 5.3, „Filter reinigen".
1. Verwijder de stofbak eerst van de mo-
toreenheid (afb. 9) en maak de bak leeg
(afb. 10).
2. Spoel de stofbak vervolgens onder stro-
mend koud of handwarm water uit
(afb. 11).
OPGELET:
Gebruik geen harde borstels, reinigingsmid-
delen, schuurmiddelen of alcohol, aange-
zien deze de behuizing kunnen beschadi-
gen.
3. Reinig bij deze gelegenheid ook meteen
even de filterinzetstukken, hoofdstuk
5.3, „Filter reinigen", voordat u ze weer te-
hoofdstuk
rug
plaatst,
inzetten".
4. Laat de stofbak volledig opdrogen, voor-
dat u hem weer aanbrengt, hoofdstuk
5.5, „Apparaat in elkaar zetten".
(hoofdstuk
5.2,
en
de
filters,
5.4,
„Filter
45