• Plaats een gloeiplug met een gemiddelde tot extra koude warmtewaarde (al naar gelang de brandstof).
• Olie het luchtfilter lichtjes om ook heel kleine stofdeeltjes eruit te filteren.
• Plaats de gloeiplug.
• Klap het deksel van de tank open en doe brandstof in de tank.
Motor starten
De wielen moeten vrij in de lucht hangen. Zet het voertuig bijvoorbeeld op een geschikte carstand.
• Trek meermaals langzaam aan de trekstarter om brandstof in de carburateur te zuigen.
• Doe dit zo lang tot er geen luchtbellen meer in de brandstofslang te zien zijn en de brandstof net in de carburateur terechtkomt.
Let op!
Trekstarter niet helemaal tot het einde, maar steeds tot ca. 3/4 van de lengte eruit trekken! Bepaal de lengte van de trekstartkabel door deze
langzaam
eruit te trekken zonder echt te starten.
Trek de trekstarter nooit met geweld uit.
• Plaats een gloeiplugstarter met volledig opgeladen startaccu op de gloeiplug. Deze moet goed vastzitten!
• Trek de trekstarter meerdere malen stevig uit tot de motor aanspringt. Houd het model hierbij met uw
andere hand vast.
Pak nooit de aandrijving zelf vast aangezien deze het inzetten van de slipkoppeling in gang
kan zetten. Verwondingsgevaar!
• Als de motor draait, moet u de trekstarter loslaten en de gloeiplugstarter weer wegnemen.
Laat de gloeiplugstarter enkel kort op de motor aangesloten. Anders kan de gloeiplug voortijdig
doorbranden.
• Als de trekstarter na meerdere vergeefse startpogingen enkel nog met veel kracht eruit getrokken kan worden, is er te veel brandstof in de verbrandingsruimte
en het carter terechtgekomen. De motor is "verzopen".
Doe geen verdere startpogingen en verwijder de overtollige brandstof om schade aan de trekstarter en de motor te voorkomen!
Ga hiervoor als volgt te werk:
• Draai de hoofdsproeier voorzichtig met de klok mee volledig in.
• Schroef de gloeiplug los en controleer diens gloeifunctie.
• Leg een lap op de motor en trek 5-6 keer (3/4 van de lengte!) aan de trekstarter: de brandstof wordt eruit gepompt en verdampt.
• Plaats de gloeiplug nu weer terug.
• Draai de hoofdsproeier met drie slagen tegen de klok in er weer uit.
• Herhaal de startprocedure.
Als de motor niet ten laatste bij de 10de of 12de keer opstart, moet u opnieuw te werk gaan zoals boven beschreven of proberen om het probleem met de tabel
"Fouten verhelpen" op te lossen!
Motor afzetten
Onderbreek de luchttoevoer naar de carburateur. Ga hiervoor als volgt te werk:
• Houd de uitlaat met een motorstopper (of eventueel met een doek) dicht of houd het schijfvliegwiel van de motor aan de onderzijde van het chassis met
beschermhandschoenen vast.
U mag de toevoer van brandstof niet afknijpen omdat hierdoor de motor te heet kan worden.
93