bevindt moet persoonlijke
beschermingsmiddelen dragen. Brokstukken van
het werkstuk of een gebroken wiel kunnen
wegvliegen en verwondingen veroorzaken, ook
buiten de directe werkomgeving.
•
Houd het gereedschap alleen vast aan de
geïsoleerde handgrepen tijdens het uitvoeren
van werkzaamheden waarbij het snijtoebehoren
in aanraking kan komen met verborgen
bedrading. Als het snijtoebehoren een onder stroom
staande draad aanraakt, kan dit ervoor zorgen dat
niet-geïsoleerde delen van het gereedschap ook
onder stroom komen, waardoor de gebruiker een
elektrische schok kan krijgen.
•
Leg het gereedschap nooit neer als het
accessoire nog in beweging is. Het draaiende wiel
kan in contact komen met het oppervlak, waardoor u
de controle over het gereedschap kunt verliezen.
•
Laat het gereedschap niet draaien terwijl u het
opzij draagt. Door onbedoeld contact met het
draaiende accessoire kan uw kleding worden
gegrepen, waardoor het accessoire in aanraking met
uw lichaam komt.
•
Maak de ventilatieopeningen van het
gereedschap geregeld schoon. Door de ventilator
van de motor wordt stof in de behuizing geblazen en
door ophoping van metalen deeltjes kan er elektrisch
gevaar ontstaan.
•
Gebruik het gereedschap niet bij ontvlambare
materialen. Ze zouden door vonken in brand
kunnen raken.
Terugslag en daarmee verwante
waarschuwingen
•
Terugslag is een plotselinge reactie op een
geklemd of vastzittend ronddraaiend wiel. Door
klemmen of vastzitten valt het ronddraaiende wiel
snel stil. Dat zorgt ervoor zorgt dat het
ongecontroleerde gereedschap in de
tegenovergestelde richting van de rotatie van het
wiel wordt geforceerd op het punt van de verbinding.
•
Bijvoorbeeld, als een slijpschijf in het werkstuk
blijft klemzitten, dan zal de rand van de schijf
zich in de oppervlakte van het materiaal graven
waarna de schijf naar buiten schiet. Het wiel kan
in de richting van de gebruiker schieten of in de
andere richting, afhankelijk van de bewegingsrichting
van het wiel op het moment dat het vast bleef zitten.
Een slijpschijf kan onder die omstandigheden ook
breken.
•
Terugslag is het gevolg van verkeerd gebruik
van het gereedschap en/of verkeerde
bedrijfsprocedures of -omstandigheden en kan
worden vermeden door de juiste
voorzorgsmaatregelen te nemen, zoals hieronder
wordt beschreven.
•
Houd het gereedschap stevig vast en zorg
ervoor dat lichaam en armen in een zodanige
positie staan dat u de terugslagkrachten kunt
weerstaan. Maak steeds gebruik van het
82
hulphandvat, als het aanwezig is, zodat u tijdens het
opstarten maximale beheersing hebt over terugslag
en koppelreacties. De gebruiker kan koppelreacties
en terugslagkrachten beheersen met de juiste
voorzorgsmaatregelen.
•
Houd uw hand nooit bij het draaiende
accessoire. Het accessoire kan over uw hand
terugslaan.
•
Zorg dat uw lichaam niet in een lijn met het
ronddraaiende wiel staat. Bij terugslag schiet het
gereedschap in een richting die tegengesteld is aan
de beweging van het wiel, op het moment dat het
wiel vastklemt.
•
Wees voorzichtig bij het werken langs hoeken,
scherpe randen en dergelijke zodat vermeden
wordt dat het accessoire terug stuitert en blijft
vastzitten. Hoeken, scherpe randen en stuiteren
kunnen het ronddraaiende accessoire vastgrijpen
waardoor u de macht over het gereedschap verliest
of er terugslag optreedt.
•
Maak geen zaagketting, houtsnijblad of
gesegmenteerde diamantschijf vast met een
perifere opening van meer dan 10 mm of een
getand zaagblad. Dergelijke gereedschappen
geven vaak terugslag en het gevaar dat u de macht
over het gereedschap verliest.
•
"Knel" het wiel niet en oefen geen overmatige
druk uit. Probeer niet extra diep te zagen. Door
overbelasting van het wiel vergroot u de kans dat het
wiel verbuigt of in de snede blijft vastzitten, waardoor
het wiel terugslaat of breekt.
•
Indien het wiel blijft vastzetten of de
werkzaamheden moeten worden onderbroken,
schakel het gereedschap dan uit en houd het stil
tot het wiel volledig tot stilstand is gekomen.
Probeer nooit om het nog ronddraaiende wiel uit de
groef te trekken. Anders kan een terugslag het
gevolg zijn. Onderzoek de oorzaak van het
vastzittende wiel en neem maatregelen om het
probleem te verhelpen.
•
Herstart het gereedschap niet in het werkstuk.
Laat het wiel tot volle snelheid komen en breng het
weer terug in de snede. Het wiel kan vastklemmen,
weglopen of terugslaan als het gereedschap wordt
gestart met het wiel in het werkstuk.
•
Ondersteun panelen en grote werkstukken om
het gevaar op vastklemmen en terugslag te
verkleinen. Een groot werkstuk kan onder eigen
gewicht doorzakken. Ondersteun het werkstuk in de
buurt van de zaaglijn en aan de rand van het
werkstuk, aan weerszijden van het wiel.
•
Wees extra voorzichtig wanneer u in een
bestaande muur of in andere "blinde"
oppervlakken zaagt. Het uitstekende wiel kan een
gas- of waterleiding, elektrische bedrading of een
ander object raken, wat terugslag kan veroorzaken.
745 - 008 - 12.11.2018