Table des Matières
Publicité
FR
2.4.2. multidrive
Il est possible de connecter jusqu'à 4 générateurs
de vapeur en série de sorte qu'ils partagent le même
tableau de commande. Les générateurs de vapeur
ne doivent pas tous être nécessairement du même
modèle (HGX ou HGP). Le principe de connexion est
présenté en figure 11.
1. Connectez le tableau de commande au premier
générateur de vapeur de la chaîne.
2. Connectez un capteur de température au
premier générateur de vapeur. Vous pouvez
connecter plusieurs capteurs (un par généra-
teur de vapeur) afin d'améliorer la précision de
la mesure de température et la tolérance aux
anomalies du système.
3. Reliez les générateurs de vapeur entre eux à
l'aide des câbles data fournis avec l'appareil.
Voir aussi la figure 9.
4. Attribuez des numéros de dispositif aux généra-
teurs de vapeur. Utilisez les numéros 0 à 3.
5. Voir 1.8.
1
Figure 11. Multidrive
Figuur 11. Multidrive
2.5. Tuyaux de vapeur
La vapeur du générateur de vapeur est amenée au
hammam par des tuyaux de cuivre. Le diamètre
interne minimum pour un tuyau de vapeur est de
15 mm. Vous pouvez relier le générateur de vapeur
au tuyau de cuivre avec un tuyau en silicone trans-
parent d'un diamètre interne de 18 mm.
Les tuyaux transparents permettent de locali-
ser les problèmes potentiels.
Les tuyaux doivent être soigneusement isolés. La
longueur maximum d'un tuyau de vapeur isolé est de
10 mètres. Il est recommandé de placer le généra-
teur de vapeur aussi près que possible du hammam
afin de limiter la longueur des tuyaux de vapeur.
Si plus d'une buse de vapeur est utilisée, chaque
tuyau de vapeur allant aux buses doit être équi-
pé d'une soupape de contrôle du débit afin que la
vapeur soit distribuée de façon homogène dans le
hammam. Figure 12A. Ajustement des soupapes :
Ouvrez complètement toutes les soupapes.
•
Si de la vapeur sort plus de l'une des soupapes,
•
baissez le débit.
Ne baissez pas le débit sur toutes les soupapes
•
à la fois.
La vapeur doit pouvoir s'échapper sans en-
trave des buses. si les buses et/ou tuyaux de
vapeur sont bouchés, la vapeur sortira par la sou-
16
HGX
2
4
NL
2.4.2. multidrive
U kunt maximaal 4 stoomgeneratoren in serie aan-
sluiten zodat u hetzelfde bedieningspaneel kunt
gebruiken. De modellen van de stoomgeneratoren
kunnen verschillen (HGX of HGP). Figuur 11 bevat
de mogelijke verbindingen.
1. Sluit het besturingspaneel aan op de eerste
dampgenerator in de keten.
2. Sluit een temperatuursensor aan op de eerste
dampgenerator. U kunt extra sensoren aanslui-
ten (één per stoomgenerator) om de nauwkeu-
righeid van de temperatuurmeting en de foutto-
lerantie van het systeem te verbeteren.
3. Sluit de dampgeneratoren op elkaar aan met de
datakabels die bij het apparaat geleverd zijn.
Zie ook figuur 9.
4. Kies de apparaatnummers voor de stoomgene-
ratoren. Gebruik de cijfers 0–3.
5. Zie 1.8.
HGX-L
3
2.5. stoomleidingen
De stoom uit de stoomgenerator wordt door kope-
ren leidingen naar de stoomcabine geleid. De mini-
male binnendiameter van de stoomleidingen is 15
mm. U kunt de dampgenerator met een doorzich-
tige siliconenslang met een binnendiameter van 18
mm op een koperen leiding aansluiten.
Doorzichtige leidingen helpen potentiële pro-
blemen te lokaliseren.
De leidingen moeten goed zijn geïsoleerd. De
maximale lengte van een goed geïsoleerde stoom-
leiding is 10 meter. Het verdient aanbeveling de
stoomgenerator zo dicht mogelijk bij stoomcabine
te plaatsen om de stoomleidingen zo kort mogelijk
te houden.
Als er meerdere stoommondstukken worden ge-
bruikt, moet elke stoomleiding naar de mondstuk-
ken zijn uitgerust met een stromingsregelklep zodat
de stoom gelijkmatig in de stoomcabine wordt ver-
spreid. Figuur 12A. De kleppen instellen:
draai alle kleppen volledig open.
•
Als er aanzienlijk meer stoom uit een van de
•
kleppen komt, draait u deze klep dicht.
Draai nooit de stroming van alle kleppen dicht.
•
De stoom moet ongehinderd uit de mondstuk-
ken worden geblazen. als de stoommond-
stukken en/of leidingen verstopt zijn, wordt de stoom
HGX-L
HGX-L
Publicité
Table des Matières
