9. Eerste ingebruikstelling en bediening
Nadat u alle componenten hebt aangesloten en de aansluiting nog een keer hebt gecontroleerd,
kunt u het systeem in gebruik nemen.
Vergeet niet, de minpool van de accu weer aan te sluiten.
• Schakel de ontsteking in.
• Schakel de monitor in door op de aan/uit-toets (13) te drukken.
• Schakel de achteruitversnelling in.
• Het videobeeld van de achteruitrijdcamera verschijnt op het scherm (12).
• Bij duisternis worden de IR-LED's (2) automatisch ingeschakeld en de omgeving achter het
voertuig wordt verlicht.
• Als het beeld nog niet naar wens is, kunt u of een helper de cameralens (13) naar boven of onder
afstellen. Ze is wendbaar in de kentekenplaathouder aangebracht.
• Wanneer het camerabeeld ondersteboven staat of niet overeenkomt met het beeld in uw
achteruitkijkspiegel, drukt u op de knop beeldafstelling (14). Elke druk op de toets draait het
beeld of spiegelt het.
• Druk op de toets helderheid (16) om de schermhelderheid in verschillende stappen naar wens
in te stellen.
• Druk op de toets contrast (17) om de schermcontrast in verschillende stappen naar wens in
te stellen.
• Wanneer u de achteruitversnelling opnieuw verlaat, wordt het scherm gedeactiveerd.
• Met de toets CH (15) wordt het ontvangstkanaal ingesteld. Het ingestelde ontvangstkanaal
wordt via de kanaalindicator (8) weergegeven. Om het beeld van de kentekenplaatcamera te
ontvangen moet kanaal 1 zijn ingesteld.
• Aan de aansluiting VIDEO IN (9) kan een externe videobron (vb. DVD-speler) worden
aangesloten. Verbind hiervoor de meegeleverde videoleiding met de aansluiting Video IN (9)
en de gele video-cinch-stekker met de video-uitgang van de videobron.
Van zodra de videoleiding in de aansluiting VIDEO IN (9) wordt gestoken, schakelt het
beeldscherm naar de videobron om. Het beeld van de kentekenplaatcamera wordt dan
niet meer weergegeven. Om de achteruitrijdcamera te gebruiken, moet de videoleiding
worden ontkoppeld.
Let op uw veiligheid en de veiligheid van andere weggebruikers. Gebruik het
beeldscherm als videomonitor tijdens het rijden.
62