32
Aansluiting aan de waterleiding
1. Aan de gootsteenafvoer, met bevestiging tegen de onderkant van het werkoppervlak.
Hiermee wordt voorkomen dat gootsteenwater de machine inloopt.
2. Aan een standpijp voorzien van een ventilatieopening, minimale binnendiameter 4 cm.
De afvalwateraansluiting moet zich op een hoogte
bevinden van 60 cm vanaf de bodem van de af-
wasmachine.
De afvoerslang kan vanaf de afwasmachine naar
links of naar rechts lopen.
Verzeker u ervan dat de slang niet gebogen is of
platgedrukt wordt, aangezien dit de afvoer van
water kan vertragen of in de weg staan.
De stop mag niet in de afvoer zitten als de machine
water aan het afvoeren is, aangezien het water dan
weer in de machine terug kan lopen.
De totale lengte van de afvoerslang, inclusief een
eventueel verlengstuk, mag niet langer zijn dan 4
meter. De binnendiameter van het verlengstuk
mag niet kleiner zijn dan de diameter van de bij-
geleverde slang.
Evenmin mag de binnendiameter van de voor de aansluitingen aan de afvoer gebruikte
koppelingen kleiner zijn dan de diameter van de bijgeleverde slang.
Bij het aansluiten van de afvoerslang op een sifon onder de gootsteen moet het gehele
plastic membraan (A) verwijderd worden. Indien niet het gehele membraan wordt ver-
wijderd zullen zich op den duur voedseldeeltjes verzamelen die de afvoerslang van de af-
wasmachine kunnen verstoppen.
Onze apparaten worden geleverd met een veiligheidsvoor-
ziening die ervoor zorgt dat vuil water niet terug kan lopen
in de machine. Als uw gootsteenafvoer is voorzien van een
ge ntegreerde terugslagklep kan dit een goede waterafvoer
van uw afwasmachine in de weg staan. Wij adviseren u dan
ook de terugslagklep te verwijderen.
Om te voorkomen dat er lekkage optreedt na de installatie,
moet u ervoor zorgen dat de waterkoppelingen stevig vast zitten.