Technische beschrijving
6
Technische beschrijving
De acculader laadt accu's die aan boord van voertuigen of boten als spanningsbron
worden gebruikt of verzorgt deze met een druppelspanning om ontlading te voor-
komen.
De levensduur van de meeste loodaccu's wordt door de zogenaamde sulfatering
verkort: Het loodsulfaat ontwikkelt zich in de loop der tijd tot gladde, grote
kristallen. Daardoor verdwijnt de amorfe, poreuze structuur. Het laadvermogen en
daarmee de laadcapaciteit nemen systematisch af, en de accu veroudert.
De acculader werkt in delen van zijn laadkarakteristiek met specifieke frequenties.
Daardoor worden de kristallen gestimuleerd om in hun eigen frequentie te trillen. Ze
vallen weer uiteen in hun amorfe structuur. Hun moleculen kunnen weer in het laad-
proces worden opgenomen. Daardoor nemen de laadspanning, koudstartstroom
en capaciteit van de accu weer toe.
Alle loodaccu's hebben door regelmatig laden met de acculader een langere
levensduur.
De acculader kan in drie bedrijfsmodi worden gebruikt:
• Modus 1: Laadmodus met 14,4 V
Deze modus wordt voor lood-, gel- en onderhoudsvrije accu's gebruikt.
• Modus 2: Laadmodus met 14,7 V
Deze modus wordt voor AGM-accu's gebruikt.
• Modus 3: Spanningsvoorziening met 13,7 V (accu is niet verbonden)
Deze modus is bedoeld als netdeelfunctie, bijvoorbeeld voor spannings-
voorziening van het voertuig bij accuwissel of bij onderhoudswerkzaamheden
met servicetoestellen.
Voor het stationair bewaren kan het toestel met de wandhouder op een wand
worden gemonteerd (toebehoren).
Bovendien kan een externe accu-indicator (toebehoren) worden gebruikt. Deze
toont de capaciteit van de accu en kan via een aansluitkabel met kabelschoenen
langdurig met de accu worden verbonden. Als wordt aangegeven dat de accu leeg
is, kan een acculader op de accu-indicator worden aangesloten en de accu direct
worden opgeladen.
De accu-indicator kan met een wandhouder aan een wand of op de wandhouder
van de acculader worden bevestigd.
120
PerfectCharge MCP1204/1207
NL