• Ondersteun grote platen om te
voorkomen dat deze doorbuigen
aan de randen of bij de zaagopening.
• Gebruik geen stompe zaagbladen.
Zorgvuldig onderhouden zaagbladen
met scherpe kanten klemmen minder
snel vast en zijn makkelijker te geleiden.
• Let erop dat zich geen voorwerpen in
het zaagobject bevinden. De zaag kan
daarop vastlopen.
• Let erop dat de voetplaat
het zagen altijd tegen het werkstuk
ligt. Het zaagblad kan vasthaken en dit
kan tot het verlies van de controle over
het elektrische gereedschap leiden.
• Zorg dat de instellingen voor de zaag-
diepte van de voetplaat zijn vastgezet
wanneer je met het zagen begint. Bij
incorrecte instellingen kan terugslag
optreden.
• Let bij invallend zagen op dat zich achter
of in het voorwerp geen obstakels
bevinden die de zaag kunnen blokkeren.
2.6 Elektrische veiligheid
Controleer het voltage dat vermeld
staat op de machine
• Het voltage moet overeenkomen met
de netspanning waarop je de machine
aansluit.
Bij gebruik van een verlengsnoer
• Gebruik volledig uitgerolde en veilige
verlengsnoeren met een minimale
dwarsdoorsnede van 1 mm
• Gebruik buiten alleen hiervoor speciaal
goedgekeurde verlengsnoeren.
Voorkom een elektrische schok
• Vermijd tijdens het gebruik van de
machine lichaamscontact met geaarde
objecten zoals metalen buizen, CV-
radiatoren, fornuizen en koelkasten.
• Wanneer je per ongeluk het snoer of het
verlengsnoer heeft doorgezaagd, raak de
beschadigde stroomkabel dan niet aan!
Trek de stekker uit de wandcontactdoos.
• Houd de machine vast aan de geïsoleerde
NL - Originele gebruiksaanwijzing
handgrepen wanneer je werkzaam-
heden uitvoert waarbij de zaagbladen
verborgen stroomleidingen onder span-
ning kan raken. De metalen onderdelen
van de machine kunnen dan onder
spanning gezet worden en leiden tot een
elektrische schok.
• Wanneer de machine buitenshuis wordt
gebruikt, moet deze worden aangesloten
op een aardlekschakelaar met maximaal
tijdens
1
30 mA uitschakelstroom.
• Voer de kabel altijd achterwaarts van
de machine weg.
2.7 Trillingsgevaar
Vooral bij personen met bloedsomloop-
stoornissen kan het door trilling tot
aantasting van bloedvaten of aders
komen. Bij volgende symptomen
onderbreek je onmiddellijk het werk en
raadpleeg je een arts: inslapen van
lichaamsdelen, gevoelsverlies, jeuk,
steken, pijn, veranderingen van de
huidskleur.
De in de technische gegevens vermelde
trillingswaarde vertegenwoordigt de
hoofdzakelijke toepassingen van de
machine. De effectief tijdens het gebruik
aanwezige trilling kan op basis van
volgende factoren hiervan afwijken:
• Niet-reglementair gebruik;
per draad.
2
• Ongeschikt inzetgereedschap;
• Ongeschikt materiaal;
• Onvoldoende onderhoud.
Je kunt de gevaren duidelijk verminderen
als je jezelf aan de volgende aanwijzingen
houdt:
• Onderhoud de machine in overeen-
stemming met de in de gebruiksaan-
wijzing vermelde instructies.
• Vermijd het werken bij lage temperaturen.
• Houd je lichaam en in het bijzonder de
handen bij koud weer warm.
VOORZICHTIG! Gevaar voor
verwondingen door trilling!
10