op een daarvoor ingerichte machine
(pennenbank of freesmachine) te
gebeuren en niet op deze zaagbank.
• Het zagen van afvalhout en brandhout
moet vermeden worden. Omdat de
kwaliteit van de zaagsnede hierbij niet
van belang is, is de gebruiker eerder
geneigd ongeconcentreerd te zagen,
het werkstuk onvoldoende op spijkers,
knoesten en andere onregelmatigheden
te controleren, en stevig door te duwen
met de zaag. Bij het zagen van brand-
hout is de kans groot dat het hout gaat
rollen wat tot gevaarlijke situaties kan
leiden. Daarom wordt geadviseerd om
het zagen van afvalhout en brandhout
te vermijden.
• Grote werkstukken: Bij het zagen van
grote werkstukken dient het werkstuk
op zaagtafelhoogte te worden onder-
steund m.b.v. een extra tafelverlenging.
Deze verlenging kan gemaakt worden
d.m.v. hout en dient achter de machine
geplaatst worden en onafhankelijk
van de zaagmachine op de werkbank
vastgezet te worden. Ook kun je, voor
het vasthouden van het hout, de hulp
inroepen van andere deskundige
personen. Dit mogen echter geen
jeugdigen zijn beneden de 18 jaar.
Voorbeelden van wat er fout kan
gaan bij ondeskundig gebruik van de
zaagbank
• In aanraking komen met het draaiende
zaagblad: Dit kan plaatsvinden door
het niet aanwezig zijn of een onjuist
gebruik van de beschermingen en
hulpmiddelen (zoals de beschermkap,
afscherming onder het tafelblad,
het spouwmes, en het duwhout).
Ook het niet goed functioneren van
beschermingen en hulpmiddelen kan
de aanleiding zijn tot ongevallen.
Wanneer de machine is uitgeschakeld
en daardoor geen geluid meer maakt
is de gebruiker er zich niet van bewust
dat het zaagblad (nog) kan draaien.
Ook hiervoor is de beschermkap van
groot belang.
NL - Originele gebruiksaanwijzing
• Terugslag van het werkstuk: Bij terug-
slag van het werkstuk kunnen in de
omgeving aanwezige personen door
het met grote kracht wegvliegende
werkstuk worden geraakt en hierdoor
zwaar of zelfs dodelijk letsel oplopen.
Terugslag van het werkstuk kan de
volgende, al of niet gecombineerde,
oorzaken hebben:
• De zaag staat te laag boven het
tafelblad waardoor het werkstuk bij
de aanvoer direct in aanraking komt
met de tanden die zich in de richting
van de gebruiker bewegen;'
• Het vastklemmen van het werkstuk
op het zaagblad ten gevolge van het
ontbreken van een spouwmes of
het gebruik van een te dun dan wel
verkeerd afgesteld spouwmes;
• Het ontbreken van een hulpgeleider
(liniaal) of het verkeerd instellen
daarvan. Het hout kan daarbij bekneld
raken tussen de hoofdgeleider en het
draaiende zaagblad.
• Stukspringen van het draaiende zaag-
blad: Dit is mogelijk ten gevolge van:
• Een verkeerde manier van slijpen;
• Een verkeerde montage van het
zaagblad;
• Een foutieve werkmethode;
• Het zagen van niet voor het zaagblad
geschikt materiaal.
• Elektrische installatie: Het onder elek-
trische spanning geraken van metalen
delen en het ontstaan van brand door
een verkeerde of ondeugdelijke elek-
trische installatie.
• Geluidsniveau: Door een te hoog
geluidsniveau kan het gehoor van
personen die zich regelmatig in de
omgeving van een zaagtafel bevinden
worden beschadigd.
• Schadelijk houtstof: Door het ontstaan
en de verspreiding van houtstof kan
gevaar voor de gezondheid optreden.
Dit geldt ook voor het zagen van
kunststof en verlijmde houten werk-
stukken waarbij naast stoffen ook
schadelijke dampen kunnen vrijkomen.
11