C
Gebruik van het toestel
Verschillende functies en mogelijkheden
Regeling van de thermostaat:
3
Bediening van de diepvriezer
De binnentemperatuur van de compartimenten worden automatisch ingesteld door de
thermostaat van de diepvriezer. Om de laagste temperaturen te verkrijgen, draait u de knop
van de stand '1' naar de stand '6'.
OPMERKING
De omgevingstemperatuur, de temperatuur van de te bevriezen
voedingsmiddelen en de openingsfrequentie van de deur hebben een invloed
op de temperatuur in de diepvriezer. Indien nodig wijzigt u de instelling van
de temperatuur.
30
NL
4
5
1
2
Deze stand geeft aan dat de
0
thermostaat uitgeschakeld is
en dat er niet gekoeld wordt.
1
2
Om voeding voor een korte
periode te bewaren, kunt u de
knop tussen de minimum stand
en middelste stand zetten.
3 4 5
Om voed i ng langd uri g te
bewaren, zet u de knop op de
middelste stand.