Tandplak- en tandvlekverwijderaar
Gebruik de tandplakverwijderaar 9 en de tandvlekverwijderaar 0 om veront-
reinigingen en tandsteen van de tanden te verwijderen .
1) Verwijder het beschermkapje .
2) Breng het uiteinde van de tandplakverwijderaar 9 of de tandvlekverwijderaar 0
naar de gewenste plaats . Begin daarbij op het gedeelte van de tand dat zich het
dichtst bij het tandvlees bevindt . Beweeg nu met het uiteinde tot aan het einde van
de tand . Herhaal dit zo vaak tot de tandsteen of de tandvlekken met succes zijn
verwijderd .
3) Plaats het beschermkapje terug .
Reinigen
LET OP
Beschadiging van het apparaat!
►
Zorg ervoor dat er geen vocht in het apparaat binnendringt tijdens het schoon-
maken, om onherstelbare schade aan het apparaat te voorkomen .
■
Reinig de oppervlakken van het apparaat en de accessoires met een doek die is
bevochtigd met een in de handel verkrijgbare schoonmaakvloeistof voor gebitspro-
theses .
■
Om de polijstkop 2 te reinigen verwijdert u deze zoals beschreven in het hoofdstuk
"Polijstkop verwijderen" . Spoel de polijstkop 2 af onder stromend water . Laat de
polijst kop 2 opdrogen voordat u deze weer op de opzetschroefdraad 1 schroeft .
Wij adviseren om de polijstkop 2 ongeveer om de 2 - 4 weken te reinigen in een in
de handel verkrijgbare schoonmaakvloeistof voor gebitsprotheses .
NZPS 3 A1
NL │ BE
│
37
■