4) Wanneer u het apparaat na lange tijd weer gebruikt, reinig dan eerst het waterreservoir en
de waterslang.
2.In gebruik nemen
1) Verwijder het waterreservoir, schroef het deksel van het waterreservoir, vul het reservoir met
water en schroef het deksel van het waterreservoir weer vast. Plaats het waterreservoir recht
op de bodem van het apparaat.
2) Controleer of het neveluitlaatmondstuk correct op het waterreservoir is bevestigd.
3) Sluit het netsnoer aan en draai de knop met de klok mee om het apparaat te starten. Om de
neveluitlaat van min naar max aan te passen, draait u de knop met de klok mee. Om de
neveluitlaat van max naar min aan te passen en het apparaat uit te schakelen, draait u de
knop tegen de klok in.
4) Als het water op is, licht het indicatorlampje rood op en stopt het apparaat met functioneren.
Vul het reservoir en zet het apparaat weer aan.
5) Wanneer het apparaat aan staat, houdt het apparaat op met functioneren wanneer het
reservoir wordt verwijderd. Als het waterreservoir in het apparaat wordt teruggezet, begint het
apparaat weer te functioneren.
VI. Reinigen & Onderhoud
Voordat u het apparaat reinigt, moet u het eerst uitschakelen en de stekker uit het stopcontact
trekken.
1. Transductor
De waterkwaliteit is in bepaalde plaatsen te hard. Daardoor kan zich gemakkelijk vuil hechten
aan het oppervlak van de transductor. Om dit te voorkomen moet u de transductor reinigen
met een reinigingsmiddel.
Doe een beetje reinigingsmiddel op het oppervlak van de transductor (hoeveel is afhankelijk
van de hoeveelheid vuil), vul dan het reservoir met water en laat 10-15 minuten weken.
Reinig het oppervlak met een borstel tot het vuil weg is.
Twee keer afspoelen met veel water
Om beschadigingen te voorkomen: maak het oppervlak niet schoon met metaal of een hard
materiaal en schraap het niet af.
2. Binnenkant waterreservoir
Wanneer het apparaat vaak wordt gebruikt, reinig dan de binnenkant van het waterreservoir
minstens tweemaal per week.
Gebruik een zachte doek om aanslag te verwijderen.
Er kan vuil zitten aan de binnenwand van het reservoir dat door zacht schuren kan worden
verwijderd.
Om beschadigingen te voorkomen: gebruik geen zure, alkalische reinigingsmiddelen of
bleekmiddel in het waterreservoir.
3. Binnenkant waterreservoir
Maak het reservoir leeg. Verwijder eventuele aanslag met een borstel. Veeg het stuk
vervolgens af met een vochtige doek.
Spoel af met veel water
Bij het reinigen van de binnenkant van het waterreservoir, giet geen water direct in het
reservoir.
AROMA 3.5
13