!
Verbind de kleine spanningsstekker van de nettransformator [35] met de
bedrijfsspanningsbus [22] van de ontvanger.
!
Steek de nettransformator in een geschikt stopcontact.
!
De POWER LED [33] begint rood te branden.
Ter vermijding van vervormingen of verkeerde aanpassingen, die tot
beschadiging van het apparaat kunnen leiden, mag de audio-
aansluitstekker (wit) alleen met een audio-cinch-bus worden verbonden.
De video-aansluitstekker (geel) mag alleen met een video-bus worden
verbonden. Als u twijfelt over de precieze aansluiting, vraag dan advies
aan een deskundige.
Gebruik voor het verlengen van de verbindingskabel alleen hiervoor een
verlengsnoer 3,5mm stereo (zie hoofdstuk 16) of geschikte beschermde
cinch- of coaxiaal-kabels (RG59). Bij gebruik van andere kabels kunnen
storingen optreden. Houd de lengte van de kabel zo kort mogelijk.
9.1 USB-aansluiting
Zie afbeelding D
!
Scheid de A/V-cinchkabel [46] en de nettransformator [35] van de
ontvanger (de stroomverzorging verloopt via de USB-kabel).
!
Verbind de USB-aansluiting [24] van de ontvanger door de USB-kabel
[45] met een USB-ingang aan de pc (directe aansluiting, niet via USB-
slag).
10. Ingebruikneming
!
Na het aansluiten van de stroomverzorging staan de apparaten aan.
!
Schakel uw monitor of tv-toestel in.
!
Kies het AV-kanaal (bij heel wat tv-toestellen ook als VCR, kanaal 0 of met
het symbool
aangeduid). Als de camera via een videorecorder is
aangesloten, kies dan ook het AV-kanaal daarvan. U ziet nu het
camerabeeld en hoort ook de toon van de in de camera geïntegreerde
microfoon.
!
De antennes [8] en [36] zijn precies in te stellen, om een zo goed
mogelijke overdrachtkwaliteit te waarborgen. Draai ze voorzichtig zo, dat
ze loodrecht naar boven staan.
!
Trek de folie van de batterijdoos van het verre onderhoud om de batterij
aan te sluiten die reeds in het werk wordt gebruikt.
11. Basisfuncties
11.1 Radioverbinding
Maximaal 4 radiocamera's kunnen aan de ontvanger worden ontvangen. Vanaf
de fabriek is de camera in de set op kanaal 1 ingesteld. Als een verbinding
tussen camera en ontvanger werd opgebouwd, begint de verbindings-LED [12]
aan de camera groen te branden en verschijnt het camerabeeld op de monitor.
Boven op het beeldscherm verschijnt het nummer van het ontvangen kanaal.
Als een verbinding wordt opgebouwd, licht de verbindings-LED [12] op de
camera niet op en begint de verbindingsverlies-LED [31] op de ontvanger
groen te branden. Op het beeldscherm verschijnt de aanduiding "NO SIGNAL".
In dit geval zoekt u door herhaald drukken op de knop [30] het camerabeeld op
een ander kanaal. Als daardoor geen beeld wordt gevonden, vermindert u de
afstand tussen camera en ontvanger. Verschijnt er nog steeds geen beeld, dan
moeten camera en ontvanger opnieuw op elkaar worden afgesteld (zie
hoofdstuk 12.3).
11.2 Signaal-ontvangststerkte
Boven links op het beeldscherm verschijnen een antennesymbool en maximaal
vier verticale balken die de ontvangstkwaliteit laten zien (zie tabel).
Signaal
Aantal
Aantal data
van de
in kB/s
getoonde
balken
Optimaal
4
1062 ~ 1280
Goed
3
725 ~ 1062
Normaal
2
543 ~ 725
Slecht
1
250 ~ 543
Geen signaal
0
0 ~ 250
* de VGA beeldfrequentie wordt bereikt, als u zich in de normale kijkmodus bevindt
** de QVGA beeldfrequentie wordt bereikt, als u zich in de zoom-modus bevindt
11.3 zoomfunctie
!
Druk op de knop "zoom" [29] om van de normale stand naar de
zoomstand over te schakelen. In de zoomstand verschijnt "zoom" boven op
het beeldscherm. De zoomstand toont een fragment van het beeldmidden.
Het zooom-beeldvlak is een kwart van het totale vlak, de oplossing is dus
ook een kwart (QVGA). Dit betekent dat het zoombeeld onscherp werkt,
vooral als het op een groot beeldscherm wordt bekeken. De
beeldfrequentie is overigens hoger. Bewegingen in het beeld lijken
vloeiender (zie tabel, hoofdstuk 11.2).
!
In de zoomstand kunt u het fragment op het beeld navigeren. Druk
hiervoor op de richtingknoppen [27].
11.4 Handmatige kanaalkeuze
!
Druk herhaaldelijk op de kanalkeuzeknop [30] om door de kanalen te
bladeren
12. Extra functies
12.1 Beeldschermmenu
De in hoofdstuk 12.2 tot 12.5 beschreven instellingen volgen met behulp van
het beeldschermmenu
!
Open het beeldschermmenu door op de menuknop te drukken [28]
!
Druk op de knoppen [27]
!
Druk op de knoppen [27]
!
Druk weer op de menuknop om het beeldscherm te verlaten
!
Als u binnen ca. 20 seconden geen richtingknop indrukt, gaat het
beeldschermmenu automatisch uit
12.2 Instelling van de geluidssterkte
!
Kies in het beeldschermmenu het punt "audio vol"
!
Stel de gewenste geluidssterkte van de cameramicrofoon in (waarde van 0
tot 20)
12.3 Verbindingsopbouw
De camera en de ontvanger moeten aan elkaar gekoppeld worden (pairing) om
een radioverbinding op te bouwen. De in de set aanwezige camera is in de
fabriek al gekoppeld aan kanaal 1 van de ontvanger. Als u deze camera aan
een ander kanaal wilt koppelen of als u een extra camera (tot max. 3 extra
camera's) aan de ontvanger wilt verbinden, gaat u als volgt te werk:
VGA*
QVGA**
beeldfrequentie
beeldfrequentie
(beelden per
(beelden per
seconde)
seconde)
5 ~ 10
15 ~ 30
3 ~ 5
12 ~ 20
2 ~ 4
8 ~ 15
0 ~ 1
0 ~ 4
0
0
en
, om een menupunt uit te kiezen
en
, om de instelling te veranderen
NL - 27