Een gemiddelde instelling voor het
■
langdurig opslaan van
levensmiddelen.
Een hoge instelling alleen voor korte
■
tijd instellen wanneer de deur vaak
wordt geopend en wanneer er grote
hoeveelheden levensmiddelen worden
opgeslagen in de koelruimte.
Koelcapaciteit
De temperatuur in de koelruimte kan
door het inladen van grotere
hoeveelheden levensmiddelen of
dranken tijdelijk warmer worden.
Daarom moet de temperatuurkiezer voor
ca. 7 uur op een hoge instelling
gedraaid worden.
Het vriesvak
De temperatuur in de koelruimte
beïnvloedt de temperatuur in het
vriesvak. Verander de temperatuur in de
koelruimte om de temperatuur in het
vriesvak te veranderen. Een hoger
ingestelde koelruimtetemperatuur
veroorzaakt een hogere
vriesvaktemperatuur.
Netto-inhoud
De gegevens over de netto-inhoud vindt
u op het typeplaatje in uw apparaat.
Afb. -
De koelruimte
De koelruimte is de ideale bewaarplaats
voor bereide gerechten, bakproducten,
conserven, gecondenseerde melk en
harde kaas, evenals koudegevoelige
groente en fruit.
Attentie bij het inruimen
De levensmiddelen goed verpakt of
afgedekt inruimen. Hierdoor blijven geur,
kleur en versheid behouden. Bovendien
wordt voorkomen dat de levensmiddelen
naar elkaar gaan smaken en
de kunststof onderdelen verkleuren.
Aanwijzing
Voorkom dat de levensmiddelen
de achterwand raken. Anders wordt
de luchtcirculatie verminderd.
Levensmiddelen of verpakkingen kunnen
aan de achterwand vastvriezen.
Let op de koudezones
in de koelruimte
Door de luchtcirculatie in de koelruimte
verschillen de koudezones:
De koudste zone is de schuiflade.
■
Afb. #
Aanwijzing
Bewaar in de koudste zone gevoelige
levensmiddelen (bijv. vis, worst,
vlees).
De warmste zone bevindt zich
■
helemaal bovenaan in de deur.
Aanwijzing
Bewaar in de warmste zone bijv.
harde kaas en boter. Kaas kan zo zijn
aroma verder ontwikkelen en de boter
blijft goed smeerbaar.
nl
81