METEN VAN GELIJKSTROOM
1.
Voor metingen tot 200 mA sluit u het rode meetsnoer aan
op de aansluiting aangeduid als VΩmA. Voor metingen
tussen 200 mA en 5 A sluit u het rode meetsnoer aan op de
aansluiting aangeduid als 5 A. Sluit het zwarte meetsnoer
altijd aan op de aansluiting aangeduid als COM.
2.
Draai de meetbereikschakelaar naar het gewenste
gelijkstroombereik.
3.
Onderbreek het circuit waarin de stroom moet worden
gemeten. Sluit de meetsnoeren van de multimeter zodanig
aan dat het product IN SERIE IS GEPLAATST met het onderdeel
of het apparaat waarvan de stroom moet worden gemeten.
4.
Lees de stroom af op het display van de multimeter.
LET OP!
Het meetbereik voor maximaal 5 A is alleen bedoeld voor
intermitterende meting. De maximaal toegestane meettijd is
10 seconden en er moet tussen de metingen steeds minstens
15 minuten liggen.
WEERSTANDSMETING
1.
Sluit het rode meetsnoer aan op de aansluiting aangeduid
als VΩmA en sluit het zwarte meetsnoer aan op de
aansluiting aangeduid als COM.
2.
Draai de meetbereikschakelaar naar het gewenste
weerstandsbereik.
3.
Als het onderdeel of het apparaat waarvan de weerstand
moet worden gemeten is aangesloten op een circuit schakelt
u dat circuit uit en ontlaadt u eventuele condensatoren
voordat u gaat meten.
NL
81