1. Veiligheidsvoorschriften
• G ebruik bij het installeren of verplaatsen van het apparaat uitsluitend de voorge-
schreven koelstof (R32) voor het vullen van de koelstofpijpen. Meng de koelstof
niet met andere koelstoffen en let erop dat er geen lucht in de pijpen achterblijft.
Als de koelstof wordt gemengd met lucht, kan dit een uitzonderlijk hoge druk
in de koelstofpijp tot gevolg hebben. Dit kan resulteren in explosiegevaar en
andere gevaren.
Als er een andere koelstof wordt gebruikt dan de voorgeschreven koelstof, heeft dit
mechanische storingen, storingen van het systeem of uitvallen van het apparaat tot
gevolg. In het ergste geval kan de veiligheid van het product ernstig in gevaar komen.
• Gebruik uitsluitend door Mitsubishi Electric goedgekeurde accessoires en vraag
de dealer of een erkende installateur deze te installeren. Onjuiste installatie van
accessoires kan leiden tot waterlekkage, elektrische schokken of brand.
• Breng geen wijzigingen aan het apparaat aan. Dit kan brand, elektrische
schokken, letsel en waterlekkages veroorzaken.
• De gebruiker mag nooit proberen het apparaat zelf te repareren of te ver-
plaatsen. Onjuiste installatie van het apparaat kan leiden tot waterlekkage,
elektrische schokken of brand. Als de lucht-naar-water warmtepomp moet
worden gerepareerd of verplaatst, neem dan contact op met de dealer of een
erkende installateur.
• Pomp NIET leeg met de compressor als het koelcircuit een lek heeft.
• Als u het koelmiddel uit het apparaat pompt, schakel de compressor dan
uit voordat u de koelmiddelleidingen loskoppelt. De compressor kan
barsten als er lucht etc. in komt.
• Controleer na voltooiing van de installatie op koelstoflekkage. Als koelstof
nl
naar de ruimte lekt en in contact komt met de vlam van een verwarmings- of
kookapparaat, komen giftige gassen vrij.
• Gebruik geen middelen om het ontdooiingsproces te versnellen of om te
reinigen die niet zijn aanbevolen door de fabrikant.
• Het apparaat moet zich in een kamer bevinden zonder continu functionerende
ontstekingsbronnen (zoals open vuur, een functionerend gastoestel of een
functionerende elektrische kachel).
1.1. Voor de installatie
VOORZICHTIG:
• Gebruik het apparaat niet in bijzondere omgevingen. Installeer de lucht-naar-
water warmtepomp niet in ruimtes waarin deze wordt blootgesteld aan stoom,
vluchtige olie (inclusief machineolie) of zwavelgas, gebieden met een zout
klimaat zoals de kust of gebieden waar de warmtepomp kan worden bedekt
door sneeuw, omdat hierdoor de prestaties aanzienlijk kunnen verminderen
en schade kan ontstaan aan de interne onderdelen.
• Installeer het apparaat niet in ruimtes waar brandbare gassen worden geprodu-
ceerd of kunnen lekken, stromen of samenstromen. Ophoping van brandbare
gassen rond het apparaat kan leiden tot brand of een explosie.
1.2. V oor de installatie (verplaatsing)
VOORZICHTIG:
• Wees uitermate voorzichtig bij het vervoeren of installeren van de behui-
zingen. Het apparaat dient door twee of meer personen te worden getild,
aangezien het 20 kg of meer weegt. Til het apparaat niet op aan de verpak-
kingsbanden. Draag beschermende handschoenen als u de behuizing uit
de verpakking haalt en bij het vervoeren ervan, omdat u uw handen kunt
bezeren aan de ventilatoren, de randen of andere delen.
• Zorg dat het verpakkingsmateriaal op een veilige manier wordt weggewor-
pen. Verpakkingsmaterialen zoals klemmen en andere metalen of houten
onderdelen kunnen snijwonden of ander letsel veroorzaken.
1.3. Voor de installatie van de elektrische bedrading
VOORZICHTIG:
• Installeer stroomonderbrekers. Als er geen stroomonderbrekers worden
geïnstalleerd, kunnen elektrische schokken optreden.
• Gebruik voor de voedingsleidingen standaardkabels met voldoende capaci-
teit. Te lichte kabels kunnen kortsluiting, oververhitting of brand veroorzaken.
• Oefen bij de installatie van de voedingsleidingen geen trekkracht uit op
de kabels. Als de aansluitingen loszitten, kunnen de kabels loskomen of
breken en oververhitting of brand veroorzaken.
2
• Niet doorboren of verbranden.
• Houd er rekening mee dat koelmiddelen geurloos kunnen zijn.
/ D e leidingen moeten beschermd zijn tegen fysieke schade.
• De aanleg van leidingen moet tot een minimum worden beperkt.
• Er moet worden voldaan aan de nationale gasverordeningen.
• Blokkeer geen van de vereiste ventilatie-openingen.
/ G ebruik geen lage-temperatuurlegering bij het solderen van de koelleidingen.
/ Zorg bij het uitvoeren van soldeerwerkzaamheden dat de ruimte goed geventi-
leerd is.
Houd gevaarlijke en ontvlambare materialen uit de buurt.
Wanneer u werkzaamheden in een kleine of afgesloten ruimte of een verge-
lijkbare plaats verricht, dient u vooraf te controleren of er geen koelmiddel is
gelekt.
Als koelmiddel lekt en zich verzamelt, kan het ontvlammen of kunnen er giftige
gassen ontsnappen.
/ Bewaar het apparaat in een goed geventileerde ruimte waarvan de afmetingen
overeenkomen met het oppervlak dat voor gebruik is voorgeschreven.
/ H oud gastoestellen, elektrische verwarmingstoestellen en andere brand-
haarden (ontstekingsbronnen) uit de buurt van de plaats waar installatie-,
reparatie- en andere werkzaamheden aan de lucht-naar water warmtepomp
worden uitgevoerd.
Als koelmiddel met vuur in contact komt, komen er giftige gassen vrij.
/ R ook niet bij werkzaamheden en vervoer.
/ Voeg niet meer koelmiddel toe dan de maximale hoeveelheid voor elke bui-
tenunit. Als de maximale hoeveelheid koelmiddel wordt overschreden, kan
dit tot een brand leiden wanneer het koelmiddel lekt.
• Het buitenapparaat produceert condens tijdens de verwarmingsfase. Zorg
voor afvoer rond het buitenapparaat als dergelijk condensvocht schade kan
veroorzaken.
• Houd rekening met geluid en elektrische stroringen bij installatie van het
apparaat in een ziekenhuis of communicatieruimte. Stroomomzetters, huis-
houdelijke apparaten, hoogfrequente medische apparatuur en radiocom-
municatieapparatuur kunnen storingen in de lucht-naar-water warmtepomp
veroorzaken. Omgekeerd kan de lucht-naar-water warmtepomp medische
apparatuur en daardoor de medische zorg negatief beïnvloeden, evenals de
communicatieapparatuur met verminderde weergavekwaliteit van beeldscher-
men tot gevolg.
• Controleer de dragende constructie en bevestiging van het buitenapparaat
regelmatig op loszitten, scheuren of andere beschadigingen. Als dergelijke
problemen niet worden verholpen, kan het apparaat vallen en schade of
letsel veroorzaken.
• Gebruik geen water om de lucht-naar-water warmtepomp te reinigen. Hier-
door kunnen elektrische schokken optreden.
• Trek alle flensmoeren aan tot het opgegeven aanhaalmoment met een
momentsleutel. Bij overmatig aantrekken kan de flensmoer na enige tijd
breken waardoor koelstof kan weglekken.
• Zorg ervoor dat het apparaat goed is geaard. Sluit de aardleiding niet aan
op een gas- of waterleiding, bliksemafleider of aardleiding voor de telefoon.
Onjuiste aarding van het apparaat kan elektrische schokken veroorzaken.
• Gebruik stroomonderbrekers (aardlekschakelaar, isolatieschakelaar
(+B-zekering) en onderbreker met gegoten behuizing) met de opgegeven
capaciteit. Het gebruik van stroomonderbrekers met een te hoge capaciteit