► Fig.8: 1. Reciprozaagblad 2. Zaagbladklemhendel
OPMERKING: Als u het reciprozaagblad verwijdert
zonder eerst de zaagbladklemhendel zo ver mogelijk
te draaien, wordt de hendel mogelijk niet vastgezet
in de ontgrendelde stand
opnieuw de zaagbladklemhendel zo ver mogelijk en
controleert u of de zaagbladklemhendel is vastgezet
in de ontgrendelde stand
OPMERKING: Als de zaagbladklemhendel verborgen
is in het gereedschapshuis, schakelt u het gereed-
schap slechts één seconde in zodat het zaagblad
eruit komt, zoals getoond in de afbeelding. Verwijder
de accu uit het gereedschap voordat u het recipro-
zaagblad aanbrengt of verwijdert.
Opbergen van de inbussleutel
Wanneer de inbussleutel niet wordt gebruikt, bergt u
hem op zoals aangegeven in de afbeelding zodat u hem
niet verliest.
► Fig.9: 1. Isolerende behuizing 2. Inbussleutel
BEDIENING
LET OP:
Houd het gereedschap altijd
stevig vast met een hand op de isole-
rende behuizing en de andere hand aan de
trekkerschakelaarhandgreep.
LET OP:
Druk tijdens het zagen de schoen
altijd flink tegen het werkstuk aan. Als u tijdens
het zagen de schoen niet tegen het werkstuk drukt,
zal het zaagblad sterk gaan trillen en/of verdraaien,
waardoor het zaagblad kan breken, hetgeen zeer
gevaarlijk is.
LET OP:
Trek voor zagen in metaal altijd
handschoenen aan om uw handen te beschermen
tegen wegvliegende hete metaaldeeltjes.
LET OP:
Draag altijd geschikte oogbescher-
ming die voldoet aan de geldende plaatselijke
normen.
LET OP:
Gebruik voor zagen in metaal altijd
een geschikt koelmiddel (snijolie). Laat u dit na
dan zal de gebruiksduur van het zaagblad voortijdig
worden verkort.
Druk de schoen flink tegen het werkstuk aan. Zorg
ervoor dat het gereedschap geen schokken maakt.
Breng het reciprozaagblad licht in contact met het werk-
stuk. Maak eerst op lage zaagsnelheid een geleide-
groef. U kunt daarna met hogere snelheid verder zagen.
► Fig.10
. In dat geval draait u
.
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en zijn stekker uit het stopcontact
is verwijderd alvorens te beginnen met inspectie
of onderhoud.
KENNISGEVING:
benzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor
kunnen verkleuring, vervormingen en barsten
worden veroorzaakt.
De koolborstels vervangen
► Fig.11: 1. Slijtgrensmarkering
Controleer regelmatig de koolborstels.
Vervang ze wanneer ze tot aan de slijtgrensmarkering
versleten zijn. Houd de koolborstels schoon, zodat ze
gemakkelijk in de houders glijden. Beide koolborstels
dienen tegelijkertijd te worden vervangen. Gebruik
uitsluitend identieke koolborstels.
1.
Gebruik een schroevendraaier om de koolbor-
steldoppen te verwijderen.
2.
Haal de versleten koolborstels eruit, schuif de
nieuwe erin, en zet daarna de koolborsteldoppen weer
goed vast.
► Fig.12: 1. Koolborsteldop
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van
het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd bij een
erkend Makita-servicecentrum of de Makita-fabriek, en
altijd met gebruik van Makita-vervangingsonderdelen.
24 NEDERLANDS
Gebruik nooit benzine, was-