Uw apparaat leren kennen
4 Uw apparaat leren kennen
4.1 Functie
Tijdens het vacumeren wordt er lucht uit het vacuüm-
compartiment en uit de zak weggepompt.
Hierbij ontstaat een hoge onderdruk in het comparti-
ment. Hoe hoger het vacumeerniveau, des te minder
lucht er in het compartiment en de zak blijft en des te
hoger het drukverschil met de omgeving is.
Als het gekozen vacumeerniveau is bereikt, dan wordt
de sealbalk tegen de siliconenbalk op het glazen dek-
sel gedrukt. Hierbij wordt de zak geseald.
Na een korte afkoelingstijd stroomt er duidelijk hoor-
baar lucht terug in het compartiment. De zak trekt ver-
volgens in één keer samen en omsluit het levensmid-
del. Vervolgens gaat het glazen deksel van de lade
open.
Sym-
Betekenis
bool
Inschakelen
Uitschakelen
Vacumeerniveau
Sealtijd
Start
Stop
Droging
Opmerking
Verklaring
Apparaat inschakelen
Apparaat uitschakelen
Vacumeerniveau kiezen
Sealtijd kiezen
Vacumeerzak voortijdig
sealen
Vacumeren starten
Vacumeren afbreken
De droogfunctie voor de
pomp gebruiken
Storingstabel in acht ne-
men
4.2 Apparaat
Hier vindt u een overzicht van de onderdelen van uw
apparaat.
1
2
3
Glazen deksel
1
Luchtuitlaat
2
Sealbalk
3
Vacuümcompartiment
4
Bedieningspaneel
5
4.3 Bedieningselementen
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw ap-
paraat instellen en informatie krijgen over de gebruiks-
toestand.
4.4 Vacumeerniveaus
De vacumeerniveaus 1 tot 3 bereiken verschillende va-
cuümgraden.
Bij het vacumeren in de container zijn de vacuümgra-
den lager en daarmee beter geschikt voor bepaalde le-
vensmiddelen. Wanneer de externe vacuümadapter
wordt opgezet, herkent de vacumeerlade automatisch
welke functie op dat moment is geactiveerd.
Vacumeerniveaus
Vacumeren in de zak
Het vacumeren van contai-
ners (bewaardozen) en fles-
sen
Uw apparaat leren kennen nl
5
4
1
2
80 %
95 %
50 %
75 %
3
99 %
90 %
43