1. Splitpen (activeringszekering)
De splitpen (activeringszekering) dient
tijdens het transport van het apparaat als
bescherming tegen ongewenste activering.
Na de inbedrijfstelling van het apparaat
wordt de splitpen (activeringszekering) als
hulpmiddel voor de bediening van de toets
voor de draadloze verbinding gebruikt en
moet daarom in de nabijheid van het apparaat
onder handbereik worden bewaard.
2. Activeringstoets
De activeringstoets is bestemd voor het in- en
uitschakelen van het apparaat.
3. Magneetdrager
De magneetdrager is bestemd voor de
bevestiging van het apparaat.
4. Signaalled
4. Signaalled
De signaalled toont tijdens de inbedrijfstelling
van apparaten en het instellen van
radiogroepen of gemeenschappelijke
radiogroepen de resultaten en
tussenresultaten.
44
5. Radiotoets
5. Radiotoets
De radiotoets, die zich in de met een pijl
gemarkeerde opening bevindt, wordt gebruikt
voor het instellen van draadloze verbindingen
tussen apparaten.
6. Rookinlaatlamellen
Door de rookinlaatlamellen dringt de
brandrook het apparaat binnen en kan door
sensoren worden gedetecteerd.
7. Test-/stoptoets (afdekking rookmelder)
Met de test-/stoptoets (afdekking rookmelder)
kan een zelftest worden geactiveerd. De test-/
stoptoets (afdekking rookmelder) kan worden
bediend om alarm- en aanwijzingsgeluiden te
onderbreken of te beëindigen.
Gebruiksaanwijzing: PX-1C - Draadloze rookmelder