worden aangesloten op een stopcontact met penaarde.
23
Zorg tijdens gebruik van het apparaat voor voldoende ruimte boven en rondom het
.
apparaat. Het apparaat mag tijdens werking geen licht ontvlambaar materialen aanraken
zoals decoratie, keukenpapier, gordijnen of kleding.
24.WEES VOORZICHTIG wanneer het apparaat wordt gebruikt op oppervlakken die
gevoelig zijn voor hoge temperaturen. In dergelijke gevallen wordt aanbevolen om een
isolerende mat te gebruiken.
25.Het apparaat mag niet worden gebruikt in combinatie met externe tijdschakelaars of
andere aparte externe regulatiesystemen.
26. De pan niet verwarmen wanneer deze leeg is.
27. Het apparaat kan invloed uitoefenen op voorwerpen met een magnetisch veld, zoals
radio's, tv's, bankpassen en cassettebandjes.
28. Het apparaat niet gebruiken op metalen oppervlakken.
29. Het apparaat niet direct na afloop van het koken van de stroom halen. Het apparaat moet
ten minste 20 seconden afkoelen.
30. Geen metalen voorwerpen als bestek en deksels op de kookplaat leggen. Deze kunnen
heet worden.
31. Personen met een pacemaker of insulinepomp mogen de inductiekookplaat uitsluitend
gebruiken indien hun implantaat voldoet aan de voorschriften van 2014/30/EU.
Ten behoeve van de veiligheid wordt aanbevolen om een elektrische installatie te
gebruiken die voorzien is van een aardlekschakelaar met een aanspreekstroom van 30mA.
II ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORWAARDEN
1.Gebruik het apparaat uitsluitend binnenshuis.
2.Gebruik voor het schoonmaken van de behuizing nooit agressieve schoonmaakmiddelen
in de vorm van emulsies, melk, pasta etc. Deze kunnen onder meer de aangebrachte
grafische symbolen, markeringen en waarschuwingstekens aantasten.
3.Geen lege bakjes en pannen op het apparaat plaatsen.
4.De elektrische kookplaat niet gebruiken om de ruimte te verwarmen of licht ontvlambare,
explosieve, schadelijke of vluchtige vloeistoffen en materialen etc. mee op te warmen.
5.Gebruik geen accessoires die niet door de fabrikant worden aanbevolen. Deze kunnen een
gevaar vormen voor de gebruiker en tevens leiden tot beschadiging van het apparaat.
6.Het apparaat nooit verplaatsen door aan het netsnoer te trekken. Zorg ervoor dat het
netsnoer op geen enkele manier gehinderd wordt. Het netsnoer niet rond het apparaat
wikkelen en niet knakken.
7.De elektrische kookplaat niet verplaatsen tijdens het koken of wanneer en hete pannen op
staan.
8.Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat het wordt gereinigd of opgeborgen.
9.Het apparaat niet zodanig plaatsen dat de kookplaat in aanraking komt met kabels van
andere apparaten (bijv. mixers). De kookplaat niet onder een stopcontact plaatsen.
10.De kookplaat minimaal 30 cm van de muur, meubels, andere apparaten etc. plaatsen.
Zorg ervoor dat vitrages, gordijnen, kleding en andere licht ontvlambare materialen op
minimaal 30 cm afstand van de kookplaat blijven. Anders kan er brand ontstaan.
52