4.2 Eerste gebruik
te zorgen dat het water door de warmtepomp circuleert. De warmtepomp start niet
zolang het water niet circuleert.
4.3 Slangaansluiting
Stap 1: Installeer de slangklemmen.
Stap 2: Sluit de slangen aan op de warmtepomp.
De twee zwembadslangen en twee slangklemmen zijn meegeleverd met de warmte-
pomp. De bovenste aansluiting aan de rechterkant van de warmtepomp is voor
wateruitlaat en de onderste aansluiting is voor waterinlaat.
4.4 Elektrische aansluiting
Controleer voordat u het apparaat aansluit of de voedingspanning overeenkomt
met de ingangsspanning van de warmtepomp. De RCD-stekker is meegeleverd bij
de voedingskabel, en biedt bescherming tegen een mogelijke elektrische schok die
veroorzaakt zou kunnen worden door eventuele kortsluiting in de warmtepomp.
32