DWL 2500 12/18
Dek de lampkop niet af terwijl de LED-
accubouwlamp in gebruik is. De lampkop
wordt tijdens de werking warm en kan
verbrandingen veroorzaken als de
warmte zich ophoopt.
De lichtbron van deze lamp kan niet
vervangen worden. Indien de lamp door
een defect of door het bereiken van de
maximale levensduur niet meer
functioneert, moet de complete lamp
worden vervangen.
Gebruik de LED-accubouwlamp niet in
het wegverkeer.
Neem vóór werkzaamheden aan de lamp
(zoals montage en onderhoud) en voor
het vervoeren en opbergen van de lamp
altijd de accu uit de accubouwlamp.
Laat kinderen de LED-accubouwlamp niet
gebruiken. Deze is bestemd voor
professioneel gebruik.
Kinderen kunnen onbedoeld zichzelf
of anderen verblinden.
Veiligheidsvoorschriften voor de
omgang met accu's
Open de accu niet. Er is risico op
kortsluiting.
Bescherm de accu tegen hitte,
bijvoorbeeld door langdurige inwerking
van zonlicht, en tegen vuur, water en
vocht. Er bestaat explosiegevaar.
Bij beschadiging of onjuist gebruik van de
accu kunnen er dampen vrijkomen. Zorg
voor frisse lucht en raadpleeg bij klachten
een arts. De dampen kunnen de
luchtwegen irriteren.
Bij verkeerd gebruik kan vloeistof uit de
accu lekken. Voorkom contact. Spoel bij
onvoorzien contact met water af. Wanneer
de vloeistof in de ogen komt, dient
u bovendien een arts te raadplegen.
Gelekte accuvloeistof kan tot huidirritaties
en verbrandingen leiden.
Gebruik FLEX-accu's uitsluitend in
combinatie met FLEX-machines en
FLEX-accessoires. Alleen op deze
manier wordt de accu beschermd tegen
gevaarlijke overbelasting.
Laad accu's alleen op in oplaadapparaten
die door de fabrikant worden geadviseerd.
Voor een oplader die voor een bepaald
type accu geschikt is, bestaat brandgevaar
wanneer deze met andere accu's wordt
gebruikt.
Door spitse voorwerpen zoals spijkers en
schroevendraaiers of door krachtinwerking
van buitenaf kan de accu beschadigd
worden. Er kan een interne kortsluiting
ontstaan en de accu kan ontbranden,
roken, exploderen of oververhit raken.
De lichtbron in deze lamp mag alleen door
de fabrikant of zijn technische dienst of een
dergelijke gekwalificeerde persoon worden
vervangen.
49