¡ Sluit voor aanvang van alle werkzaamhe-
den altijd de stroomtoevoer af.
¡ Na de installatie garanderen dat de ge-
bruiker geen toegang tot de elektrische
componenten heeft.
¡ Dit apparaat nooit in boten of voertuigen
gebruiken.
Veilige montage
Neem bij het monteren van het apparaat de
veiligheidsaanwijzingen in acht.
Alleen bij een deskundige inbouw overeen-
komstig de montagehandleiding is de veilig-
heid bij het gebruik gegarandeerd. De in-
stallateur is voor het perfect functioneren
van het apparaat op de plaats van opstel-
ling verantwoordelijk.
WAARSCHUWING ‒ Gevaar:
magnetisme!
Het apparaat bevat permanente magneten.
Deze kunnen elektronische implantaten, zo-
als pacemakers, of insulinepompen beïn-
vloeden.
▶ Personen met elektronische implantaten
dienen minimaal een afstand van 10 cm
tot het apparaat aan te houden.
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Onderdelen die tijdens de montage toegan-
kelijk zijn, kunnen scherp zijn en tot snijlet-
sels leiden.
▶ Veiligheidshandschoenen dragen.
Chemicaliën kunnen gevaarlijk zijn. Bij het
omgaan met chemicaliën moeten de aanbe-
velingen van de producent van de chemica-
liën worden aangehouden.
▶ Veiligheidsuitrusting dragen.
Aanwijzingen voor de elektrische
aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aanslui-
ten, dient u volgende aanwijzingen in acht te nemen.
¡ Alleen een geautoriseerde vakman of een speci-
aal opgeleide servicetechnicus mag het apparaat
aansluiten. De persoon moet conform de plaatse-
lijke voorschriften van het land en de elektriciteits-
maatschappij zijn geautoriseerd.
¡ Het apparaat op een vaste installatie aansluiten en
de scheidingsschakelaars overeenkomstig de in-
stallatievoorschriften installeren.
¡ De fabrikant is niet verantwoordelijk voor bedrijfs-
storingen of mogelijke schade als gevolg van een
onjuiste elektrische installatie.
¡ De maximaal toegestane schijnweerstand van de
elektrische aansluiting bedraagt 0,355 ohm + 706
μH
Type verbinding
¡ Het apparaat is conform de beschermingsklasse
1. Daarom het apparaat alleen met een aard-
draadaansluiting gebruiken.
14
Voedingskabel
Het netsnoer kan op het stopcontact van de kook-
plaat aangesloten of bij het apparaat zijn meegele-
verd.
¡ U vindt de vereiste aansluitgegevens op het type-
plaatje en in het aansluitschema.
¡ Alleen het aansluitsnoer gebruiken dat met het ap-
parat is meegeleverd of door de servicedienst is
geleverd. Als u een langer snoer nodig hebt, dient
u met de servicedienst contact op te nemen. Aan-
sluitsnoeren tot 2,20 m lengte zijn beschikbaar.
Aanwijzingen bij inbouwmeubels
¡ U kunt de inductiekookplaat alleen boven laden of
ovens met ventilatie installeren. Geen koelkasten,
vaatwasmachines, ovens zonder ventilatie of was-
machines onder de kookplaat installeren.
¡ Ervoor zorgen dat het inbouwmeubel minstens tot
90 °C hittebestendig is.
Werkblad
De adviezen van de fabrikant van het werkblad in
acht nemen.
¡ Effen, horizontaal, stabiel.
¡ Het werkblad waarin u het apparaat inbouwt, moet
belastingen van ca. 60 kg weerstaan.
¡ Bij dunne werkbladen hittebestendig en vochtbe-
stendig verstevigingsmateriaal gebruiken.
¡ De effenheid van de kookplaat pas controleren als
die is ingebouwd.
Afzuigkap
¡ De afstand tussen de afzuigkap en de kookplaat
moet minstens met de afstand overeenkomen die
in de montagehandleiding voor de afzuigkap is
aangegeven.
Voorbereiding van de inbouwmeubels
De meubeluitsparing overeenkomstig de inbouw-
1.
schets aftekenen.
Ervoor zorgen dat de hoek van het snijvlak tot
‒
het werkblad 90° bedraagt.
→ Fig.
1
De spanen na de uitsnijwerkzaamheden verwijde-
2.
ren.
De snijvlakken hittebestendig afdichten.
3.
Ventilatie
Om een correcte werking van het apparaat te garan-
deren, moet de kookplaat voldoende geventileerd
worden. De ventilatie in het onderste gedeelte van
het apparaat vereist voldoende toevoer van verse
lucht. Daarom indien nodig de meubelen hiervoor
aanpassen.
Een minimumafstand tussen achterkant van het
1.
meubel en keukenwand in acht nemen.
→ Fig.
2
Een opening van boven aan de achterkant van het
2.
meubel vrijhouden.
→ Fig.
3
Als de minimumafstand van 20 mm aan de ach-
3.
terkant van het meubel niet aanwezig is, aan de
onderkant een opening maken.
→ Fig.
4
De onderste sokkel niet hermetisch afsluiten.
4.
Opmerking: Als u het apparaat in een kookeiland of
op een andere, niet beschreven plaats inbouwt, voor
een gepaste ventilatie van de kookplaat zorgen.