Nederman Fan Start Stop Device Manuel De L'utilisateur page 47

6 Probleemoplossing
Zie Afbeelding 1 voor de locatie van de LEDS.
Fout
LED 1 van de ontvanger brandt
niet, maar de ontvanger werkt
niet wanneer hij het zendsignaal
ontvangt.
De oranje en gele LED van de ont-
vanger branden en de LED van de
zender brandt (groen), maar het
relais werkt niet.
De LED van de zender brandt
(rood) tijdens de transmissie.
De LED van de zender brandt
niet (groen noch rood) tijdens de
transmissie.
LED 1 van de ontvanger brandt
niet (rood) wanneer het zendsig-
naal wordt ontvangen.
T 2A 250 V zekering
Fan Start Stop Device
Mogelijke oorzaak
• De ontvanger is verkeerd aan-
gesloten.
• Onjuiste spanning naar de ont-
vanger.
• De zekering in de ontvanger is
defect.
• De zendafstand is te groot.
• De ontvanger is afgeschermd.
De ontvanger is niet geprogram-
meerd.
De spanning naar de zender be-
draagt minder dan 6 V.
• De zender krijgt geen spanning.
• De zender is defect.
• De ontvanger is verkeerd aan-
gesloten.
• Onjuiste spanning naar de ont-
vanger.
• De zekering in de ontvanger is
defect.
• De zendafstand is te groot.
• De ontvanger is afgeschermd.
• De ontvanger is niet gepro-
grammeerd.
• De zender krijgt geen spanning.
• De ontvanger of zender is mo-
gelijk defect.
De zekering is overbelast en door-
gebrand.
Oplossing
• Controleer de aansluiting van de
ontvanger.
• Controleer de spanning. Zie
klemmen 1 en 2, Afbeelding 1
item 1.
• Vervang de zekering (2 A, 250
V).
• Plaats de ontvanger dichter bij
de zender.
• Plaats de ontvanger niet op een
afgeschermde plaats, bijvoor-
beeld in een metalen kast.
De ontvanger programmeren. Zie
Paragraaf 4.5 De ontvanger pro-
grammeren.
Controleer de voeding en of de
zender een spanning van meer
dan 5 V krijgt.
• Controleer de stroomvoorzie-
ning.
• Probeer het met een andere
zender.
• Controleer de aansluiting van de
ontvanger.
• Controleer de spanning.
• Vervang de zekering (2 A, 250
V).
• Plaats de ontvanger dichter bij
de zender.
• Plaats de ontvanger niet op een
afgeschermde plaats, bijvoor-
beeld in een metalen kast.
• De ontvanger programmeren.
Zie Paragraaf 4.5 De ontvanger
programmeren.
• Controleer de stroomvoorzie-
ning.
• Probeer het met een andere
ontvanger of zender.
Vervang de zekering.
NL
47