Veiligheidsvoorschriften en bedieningshandleiding
Start de machine nooit als hij op de grond ligt.
►
►
"Rijd" onder geen beding op de machine, met een
been over de handgreep.
Sla nooit op de apparatuur en gebruik hem niet
►
op oneigenlijke wijze.
Controleer het inzetgereedschap regelmatig op
►
slijtage en controleer het op tekenen schade en
zichtbare barsten.
►
Wees oplettend en kijk goed wat u doet.
142
WAARSCHUWING Gevaren van stof en damp
Stof en/of dampen die worden ontwikkeld of
vrijkomen tijdens het gebruik van de machine,
kunnen ernstige en permanente
ademhalingsaandoeningen, ziekten of ander
lichamelijk letsel veroorzaken (zoals silicose
(stoflong) of andere chronische en mogelijk fatale
longziekten, kanker, geboorteafwijkingen en/of
huidontstekingen).
Bepaalde stofdeeltjes en dampen, die geproduceerd
worden bij boren, slopen, hameren, zagen, slijpen
en andere bouwactiviteiten, bevatten stoffen die
volgens de Staat Californië en andere overheden
ziekten van de ademhalingswegen, kanker,
geboorteafwijkingen of andere
voortplantingsstoringen veroorzaken. Voorbeelden
van dergelijke stoffen zijn:
kristalsilicaat, cement en andere
●
metselwerkproducten.
Arseniek en chroom van chemisch behandeld
●
rubber.
●
Lood van op lood gebaseerde verfstoffen.
De in de lucht aanwezige stof en dampen kunnen
met het blote oog onzichtbaar zijn. Vertrouw daarom
niet op uw gezichtsvermogen om te bepalen of de
lucht stof of dampen bevat.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het
gevaar van blootstelling aan stof en dampen te
reduceren:
Voer een risicobeoordeling uit die specifiek is voor
►
de werkplek. Deze risicobeoordeling dient rekening
te houden met stof en dampen die door de
machine worden geproduceerd en met de
mogelijkheid dat reeds aanwezig stof opwervelt.
Gebruik geschikte constructiemiddelen om de
►
hoeveelheid stof en dampen in de lucht en
stofvorming op apparatuur, oppervlakken, kleding
en lichaamsdelen tot een minimum te reduceren.
Voorbeelden van dergelijke middelen zijn:
uitlaatventilatie en stofopvangsystemen,
waterspray en nat boren. Beperk de vorming van
stof en dampen zo veel mogelijk bij hun bronnen.
Zorg ervoor dat zulke hulpmiddelen naar behoren
worden geïnstalleerd en onderhouden.
Draag, onderhoud en gebruik alle
►
luchtwegbeschermingsmiddelen correct volgens
de aanwijzingen van uw werkgever en de
wettelijke ARBO-voorschriften. De
luchtwegbeschermingsmiddelen moeten doelmatig
zijn voor het stoftype in kwestie (en, indien van
toepassing, zijn goedgekeurd door de
desbetreffende overheidsinstantie).
Werk in een goed geventileerde ruimte.
►
© 2013 Atlas Copco Construction Tools AB | No. 9800 0812 90e | 2013-08-30
TEX 05PE, 09PE, 12PE
Originele handleidingen