HANDELINGEN OM DE VEEGMACHINE TE LATEN WERKEN (FIG.4)
Vooruitgaan: het tractiesysteem wordt in werking gesteld door de hendel 1, omhoog te trekken( Dit wanneer de
veegmachine van tractie is voorzien). Het wiel 2 gaat naar voren en drukt op de rol 3 waardoor de achterwielen door
middel van de aandrijfketting 4 in werking wordt gesteld. De afstand tussen de rol 3 en het wiel 2 moet in de rust-
stand van de veegmachine ongeveer (1-2) mm zijn.
Om deze bovengenoemde afmeting te behouden het register 5) gebruiken.
1 - 2 mm
5
1
2
3
4
74