8.
Montage
8.1
Bevestig de bedieningsbox (2) aan een wand in de buurt van de ECC2-functiecont-
roller (1).
8.2
Sluit de bedieningsbox (2) aan op de ECC2-functiecontroller (1).
Ingangen
☞
De ingangen moeten met een ECC2-functiecontroller via de webapplicatie overeen-
komstig worden geprogrammeerd.
a Ingang 1 - grijs
Thermische desinfectie
b Ingang 2 - geel
Hygiënische spoeling
c Ingang 3 - groen
Reinigingsuitschakeling
d GND - wit
Massa voor de ingangen
e Ingang 4 - bruin
Instellingsomschakeling (A/B)
Uitgangen
f Uitgang 1 - rood
Thermische desinfectie
g Uitgang 2 - roze
Verzamelstoring
h GND - blauw
Massa voor de uitgangen
i Brug (+ 24 V)
Deze klemmen eventueel overbruggen
9.
Werking
Startcommando hygiënische spoeling
9.1
Druk de toets voor de hygiënische spoeling (1) gedurende minstens 5 sec. in.
• Wanneer in de programma-identificatiegegevens van de armatuur de
functionaliteit hygiënische spoeling en een stromingstijd zijn ingevoerd, start de
hygiënische spoeling.
Startcommando reinigingsschakeling
9.2
Druk de toets voor de reinigingsschakeling (2) gedurende minstens 5 sec. in.
• De armaturen in het netwerk worden in reinigingsmodus geschakeld. Activering
van de armaturen is niet mogelijk.
9.3
Druk nogmaals op de toets voor de reinigingsschakeling (2).
• De reinigingsuitschakeling wordt beëindigd.
- 21 -